maandag 23 juni 2008

Nonnen en gin & tonic

Terwijl ik mijn weblog aan het schrijven ben, speelt Sister Pierrette een spelletje patience op haar laptop. Voor de komende drie nachten is zij mijn kamergenote. Wie kan nu zeggen dat ze na een avond uitgebreid dineren met iemand van de EU bij een non op de kamer eindigt? Nou ik dus!
Precies een maand geleden was ik ook in Port Moresby voor een stakeholders conference en nu ben ik weer voor een vergadering in de hoofdstad. Aangezien de facilitator van de bijeenkomst (Department for Community Development) een beperkt budget heeft, moeten we hotelkamers met elkaar delen in een shabby hotel. Toen mij medegedeeld werd dat ik een hotelkamer met een non moest delen, dacht ik: Oh mijn God, waarom ik? Maar Sr. Pierrette is een harstikke lief en leuk mens! Ze woont al meer dan 40 jaar in PNG. Ik had verwacht dat ze inmiddels haar touch met de buitenwereld verloren zou hebben, maar het tegendeel is waar. Ze weet precies wat er in de wereld gebeurt; ze is eigenlijk best modern en behoorlijk progessief. Mijn beeld van de hedendaagse non is behoorlijk bijgesteld!

Nu lijkt het alsof ik maandelijks in de hoofdstad komt, maar dat is slechts toeval. Ik kan nu wel van de gelegenheid gebruik maken om mijn weblog te updaten. In Madang heb ik daar geen tijd voor gehad.
Er is wederom teveel gebeurd. Allereerst heeft mijn enige collega Watson plotseling ontslag genomen. Dit nieuws kwam op zich niet helemaal onverwacht, maar ik was er totaal niet op voorbereid. Toen we een maand geleden in Moresby waren, gedroeg hij zich al eigenaardig. Hij was er niet helemaal bij en participeerde ook niet altijd aan de sessies. Hij was dan gewoon spoorloos verdwenen. Onze terugvlucht naar Madang stond op zondagochtend gepland, maar ik had Watson sinds donderdag niet meer gezien. Ik dacht dat hij misschien geprobeerd had om op de vlucht van zaterdag terug te vliegen, en daar gingen we ook gewoon van uit. Zondagochtend vertrokken KP (mijn VSO manager) en ik om half 7 naar het vliegveld en waren in de veronderstelling dat Watson al vertrokken was. Op het vliegveld was ook geen spoor van hem te bekennen. We hadden weer eens enorme vertraging en moesten in de enorm saaie en oncomfortabele vertrekhal wachten. Om 13.00 uur werden een aantal mensen opgeroepen. De beide ochtendvluchten waren gecancelled, maar er werd een klein vliegtuigje ingezet naar Madang. Opvallend genoeg werden alleen de namen van buitenlanders en (waarschijnlijk) hoogwaardigheidsbekleders omgeroepen. KP haar naam stond op de lijst, maar omdat mijn ticket door Watson geboekt was en mijn naam dus op een PNG manier geschreven was, zat ik er niet tussen. Het klopt natuurlijk van geen kant, maar op dat moment baalde ik enorm. We hebben even stennis lopen schoppen en toen ze doorhadden dat het om een ‘waitpela meri”ging, zat ik binnen een mum van tijd in het vliegtuig. Ik voelde me enorm bezwaard toen ik tussen alle PNG’ers stond te wachten en ik uiteindelijk door mocht. Maar op dat moment kon het me eerlijk gezegd even niks schelen, want ik wilde dolgraag naar huis.
Enfin de volgende ochtend op werk vroeg ik aan Watson wanneer hij teruggekomen was, want ik had hem helemaal niet meer gezien sinds donderdag. Zat die knuppel gewoon op hetzelfde vliegtuig als ons te wachten, maar hij durfde niet naar ons toe te komen omdat hij dacht dat hij ons zou storen. Ik kon het niet geloven en voelde me er ongemakkelijk bij. Hij heeft ons de hele tijd ontweken.
Later in die week hield ik het niet meer en vroeg na de zoveelste keer wat er nu met hem aan de hand was. Ik vroeg hem of hij van plan was om uit de organisatie te stappen. En tot mijn verbazing zei hij ja. Zijn argument was dat hij niet meer voor zijn familie kon zorgen zoals het er momenteel aan toe ging. De universiteit steunde hem niet voldoende en ze hadden hem een jaar geleden al een huis op de campus beloofd. Op dat moment woonde hij op een eiland voor de kust die alleen maar met een bananenbootje te bereiken is. Zodra de motor weer eens uitgevallen is, moeten alle passagiers peddelen. Watson kwam regelmatig te laat door dit soort incidenten. Zo nu en dan had hij de boot terug naar huis gemist en was hij genoodzaakt om te zwemmen. Daar deed hij bijna een uur over. Hij vertelde dat zijn huis uit bushmaterial bestond en dat hij en zijn vrouw en zijn vier kinderen in een ruimte van 10m2 woonden. Van het salaris wat de universiteit hem gaf, kon hij zijn kinderen niet meer voedden. Het werd hem teveel en zo kon hij zijn leven niet verder voortzetten. Hij verdient dan ook maar 700 kina per maand. Dat komt neer op 180 euro per maand. Zijn ontslagbrief was dan ook hartverscheurend en hij wist precies de juiste tonen te raken.
Maar er speelde ook nog iets anders mee. De president van de universiteit, Fr. Jan, had mij opgedragen om de bankzaken van National DRAC te regelen, want hij vertrouwde Watson voor geen meter. Hij liet mij een aantal betalingen zien die niet klopten en zodoende ben ik eens even verder in de papieren gaan duiken. Er waren in de maanden dat ik daar al werkte een aantal uitgaven gedaan voor zaken waar ik niks van afwist of als een vage omschrijving in de boeken beschreven werd. Op aanraden van VSO heb ik hem hier niet mee geconfronteerd, omdat dit iets is wat veel in PNG voorkomt en tot nare situaties voor de klokkenluider kan leiden.
Ik heb het idee dat Watson nattigheid voelde en met het argument dat hij zich niet voldoende gesteund voelde door de DWU heeft hij zijn biezen gepakt. Zodoende heeft hij ook nog even wat geld mee kunnen nemen. Voordat hij dat deed zei hij dat hij nog terug zou komen om de zaken aan mij over te dragen, maar dat heeft hij uiteraard niet meer gedaan. Ik gaf hem nog het voordeel van de twijfel, maar de mensen om mij heen geloofden hem allang niet meer. Ik baalde hier natuurlijk enorm van want ineens sta ik er in m’n eentje voor. Het tijdschrift The Network was grotendeels af, maar de editing en de layout moest nog gedaan worden. Ik heb helemaal geen ervaring met deze computerprogramma’s en heb de hulp van anderen ingeschakeld. Maar nog was het resultaat niet naar onze tevredenheid. Bij lange na niet. Dat moet dan maar voor de volgende editie in augustus. Maar op dat moment kon ik Watson wel wurgen!

Inmiddels ben ik al lang over die gevoelens heen en probeer ik alles weer een beetje in perspectief te krijgen. Samen met Fr. Jan en Joe (country director van VSO) hebben we gesproken over de toekomst van National DRAC. Beide organisaties willen zich hier gelukkig nog voor inzetten alleen zal er toch wat gaan veranderen. De DWU kan nog niet zeggen of ze een collega voor mij zullen aannemen omdat Fr. Jan zegt dat hij zijn steun aan onze organisatie al lang heeft laten blijken door voor een kantoor en ander faciliteiten te zorgen. Nu moeten we uit gaan vinden of we een donor bereid zien te vinden die het salaris voor deze persoon wil betalen. Uiteraard heb ik hier goed de balen van, want in de tussentijd noem ik mezelf maar een “one-woman-organization” en doe ik alles zelf. Je moet natuurlijk rekening houden met onverwachte veranderingen, maar een van de doelstellingen van mijn placement was: capaciteitsopbouw. Dus samenwerken, instueren, kennis overdragen etc. aan je lokale collega’s. zolang ik die niet heb, want is dan het doel van mijn placement??? Ja, een organisatie runnen. Het is nu maar te hopen dat er iemand aangenomen wordt, anders kan de organisatie na 15 maanden opgedoekt worden. So much for duurzaamheid!


Op ons kantoor is intussen ook een Spanjaard komen werken: Albert. Hij ziet er uit als de gemiddelde anarchistische kraker die je vaak in Amsterdam aantreft (dreads, tattoos, piercing, wijde kleding). Hij is hier samen met zijn vriendin Ana die voor het nationaal medisch instituut onderzoek doet naar malaria. Klaarblijkelijk is PNG het land waar alle vormen van malaria voorkomen en dus goed onderzoeksvoer voor wetenschappers is. Albert daarentegen is een freelance grafisch vormgever en heeft zichzelf bij de DWU binnen gekletst. Hij doet nu samen met een lokale collega de vormgeving van alle publiciteitsmateriaal van de universiteit. Het is fijn om hem erbij te hebben, want de PNG’ers op de kamer zijn niet echt talkative. Lester zegt alleen maar: “mmm…yeah” als je hem iets vraagt en doet al voordat je de vraag ubheruapt gesteld hebt. Aiva doet net alsof ze het heel erg druk heeft. In principe kan ik het goed vinden met Aiva, maar zij bepaalt wanneer er gesproken wordt, want vaak heeft ze het te druk….. en ik weet niet precies waarmee. Bovendien houden de Papoeas van airconditioning. Thuis hebben ze het niet want het vreet ontzettend veel stroom en dat is bovendien al erg duur. Maar zodra ze op het werk of vergaderingen zijn, dan moet het gelijk op standje noordpool. Ik begrijp dat niet en heb dan ook vaak discussies met de mensen. Bij elke vergadering zit ik altijd aan de airco te sleutelen om het warmer te krijgen. Gelukkig is Albert ook geen fan van de airco, dus wij zijn een kruistocht tegen onze collega’s begonnen.

Drie weken geleden is Charlye Ramsy uit Tennessee USA in Madang gearriveerd en ze woont onder mij. Ze werkt ook in het disability programma van VSO en is een jaar geleden door het Amerikaasnse Peace Corps uit Zambia terug naar de Verenigde Staten gestuurd nadat ze door een hoogwaardigheidsbekleder aangerand en in elkaar geslagen was. Ze wilde dolgraag in Zambia blijven of door Peace Corps naar een ander land gestuurd worden, maar het Peace Corps vond het beter als ze pas na 2 jaar weer uitgzonden zou worden. Daar wilde ze niet op blijven wachten en besloot voor VSO te gaan. Ze komt uit de staat Tennessee. Land of country music. En Dolly Parton! En wil het nou net treffen dat ik een fan (nou ja, dat is misschien een heel groot woord, ik heb maar één album) van Dolly parton ben! Het kan Charlye eigenlijk weinig bekoren en bovendien kent ze het nummer Jolene niet eens! Zelfs nadat ik het gezongen had, begon er nog geen lichtje bij Charlye Ramsy (haar naam moet uiteraard in een zwaar southern accent uitgesproken worden) te branden. Ze zegt dat mijn accent inmiddels zwaarder is dan dat van haar. In ieder geval kan ik het erg goed met haar vinden en ben blij dat ze in mijn gebouw woont zodat we ’s avonds bij elkaar over vloer kunnen komen. In de komende weken en maanden zwaaien er namelijk nogal wat mensen af omdat hun placement afloopt. Het ziet er naar uit dat onze groep gehalveerd wordt. En dat zijn niet alleen de VSO’ers, maar ook de Duitse antropologen.

Op 31 mei mocht ik m’n dertigste verjaardag in PNG vieren. Dat was zeer geslaagd. Hayley had een heerlijk ontbijt voor me gemaakt met koffie, fruit en pannenkoeken. We hadden de auto van onze overburen, Ian en Sue, voor 2 weken te leen en Hayley besloot om mij een dagje mee naar Jais Aben te nemen. Dit is een soort van een resort even buiten Madang waar iedereen in het weekend gaat zwemmen en snorkelen. Het vervelende is echter dat je een auto nodig hebt om daar te komen. Toen we daar aankwamen, troffen we Charlye Ramsy aan. Die was door een paar andere lui meegenomen die waren gaan duiken. Het was nog heerlijk rustig en we hebben de hele dag heerlijk liggen luieren en zonnen. ’s Middags reden we weer terug naar Madang en moest ik m’n mooiste jurk aantrekken want ik zou ergens heen gebracht worden. Om half acht kwamen Ed, Joe, Charlye en Veronica naar de auto en werd ik notabene geblinddoekt door Madang gereden. Ik wist bij god niet waar we naar toe gingen want Hayley nam een andere route. Toen we bij onze bestemming aankwamen, werd ik aan de hand van Hayley een trap opgeleid en stond ik ineens in een kamer met mensen die “Happy Birthday”stonden te zingen. Het waren allemaal bekenden van VSO, de universiteit en daarbuiten. Jolanda en Amarins hadden blijkbaar een belangrijke bijdrage aan de organisatie geleverd, want ik moest 30 kadootjes die aan waslijn gevestigd waren, een voor een aan de hand van een brief uitpakken. Daar bevonden zich ondermeer een strak oranje jurkje en een zilveren cowboyhoed met bijpassende riem bij! Uiteraard moest dat allemaal ter plekke over de jurk die ik al aan had, aangetrokken worden. Monica, Lynn en Amarins hadden taarten gebakken. Het was een geweldig feest waar goed werd gedronken en heerlijk werd gedanst (komt namelijk niet vaak voor). Ik denk dat dit mijn meest feestelijke verjaardag ooit is geweest! En dat in PNG.

Eerst was het Joe Gamble die we moesten voedden, nu is het Charlye Ramsy. Zij weet niet hoe ze moet koken, dus Hayley en ik zijn haar wat kooklessen gaan geven. Ze had bijvoorbeeld nog nooit van een simpele sandwich met kaas en komkommer gehoord!? Dit komt omdat haar moeder alleen maar macaroni and cheese, en peanutbutter sandwich voor haar maakte. Ze kan er zelf gelukkig hartelijk om lachen dat het zo ernstig met haar gesteld is.
Deze week gaat onze leuke buurman Ed terug naar Engeland. Hij was maar voor 3 maanden voor het Tokaut Aids project van VSO uitgezonden. Hij woont bij ons in het gebouw dus we komen regelmatig bij elkaar over de vloer met een biertje of een wijntje. Twee weken geleden hadden Charlye en ik Ed uitgenodigd voor een dineetje. Charlye had geprobeerd Mexicaans te koken en dat was redelijk goed gelukt. Op een gegeven moment begon het keihard te regenen. Ik meende geschreeuw te horen, maar niemand sloeg daar acht op. Even later hoorde ik dan toch echt dat mijn naam geroepen werd. Ik schrok me dood! Mijn onderbuurman, John Marc, stond in z’n sportbroekje voor mijn deur. Hij was helemaal natgeregend. Hij zei dat er iemand voor mij bij de poort stond. Iemand in een Toyota Landcruiser, een expat. Allemaal personen die in het bezit zijn van een Landcruiser schoten er door m’n hoofd. Wie kon er op dit moment, om 8 uur op een zaterdagavond, in de stromende regen nu voor mij aan de poort staan??? Ed en John Marc stonden erop om mij te escorteren naar de poort. Wat bleek: was het Albert....met gin en tonic! Hij verveelde zich en dacht dat er vast wel wat bij ons te doen was. Hij had geen beter moment uit kunnen kiezen! De gin en tonic was meer dan welkom. Het was een supergezellige avond. De volgende dag herinnerde me ik ineens weer hoe het was om een kater te hebben...... De laatste keer was ergens in februari in Nederland. Sinds die avond is iedereen in de ban van gin en tonic. Het is alleen jammer dat het zo verrekte duur is. Maar redding is nabij. Aanstaande zaterdag komt mijn zus Dorien naar Madang. Ik heb haar al duidelijk gemaakt dat we met smart op een fles taxfree gin zitten te wachten. Nu lijkt het natuurlijk net alsof we hier met een stelletje alcoholisten opgescheept zitten, maar om eerlijk te zijn, is het welkome afwisseling na al dat SP bier!