woensdag 9 april 2008

Dagelijkse beslommeringen

Het is vandaag zondag en het is voor het eerst dat ik een ochtend alleen ben! De afgelopen weken ben ik altijd in het gezelschap geweest van anderen. Of het nu ochtend, middag of avond was: ik was nooit alleen. Sinds ik in m’n huis ben getrokken, krijg ik ook regelmatig bezoek van andere VSO’ers die of in hetzelfde gebouw of verderop in de straat wonen. Aan sociale contacten geen gebrek dus.
Het complex waar ik in woon bestaat uit acht flats waarvan inmiddels drie door VSO’ers bewoond worden. Isaac, een albino Keniaan woont onder mij en Veronica, een Filippijnse, woont naast mij. De flats zijn echt bovenverwachting groot en eigenlijk best wel luxe. Ik had mezelf eigenlijk in een soort van bamboehuisje op palen voorgesteld, maar het eindresultaat is bovenverwachting! Ik heb een appartement dat zelfs nog groter is dan m’n oude huis in Amsterdam! Ik heb een grote woonkamer met open keuken (met veel te veel keukenkastjes waar ik me absoluut geen raad mee weet waar ik ze mee moet vullen!), twee slaapkamers, twee balkons, een ruime badkamer en zelfs een splinternieuw gasfornuis met oven! En dan woon ik dus in een ontwikkelingsland……Zelfs m’n Keniaanse buurman verbaast zich over zijn woning hoewel hij de rest van PNG behoorlijk achtergesteld vindt in vergelijking met waar hij vandaan komt.

Hier in Madang, en ik ga er vanuit dat dit in de rest van het land nog vaker voorkomt, hebben we veel te maken met elektriciteitsuitval. Dit gebeurt altijd op een moment dat het absoluut niet uitkomt. Eigenlijk komt het nooit goed uit, maar het is niet handig als je net op het punt staat om te gaan koken of om de was te gaan doen. Op dit soort momenten gaat iedereen uit verveling z’n huis uit om te kijken of de buren misschien in zijn voor een praatje. Zo hangen Veronica en ik over onze balkons heen en kruipt Isaac naar buiten om te kijken bij wie hij deze avond aan kan schuiven voor een maaltijd. Ik heb dan ook helemaal geen zin meer om te koken en dus hoop ik dat Veronica al wat op het vuur heeft staan pruttelen. Na een paar uur flitsen de tl-lichten weer aan en begint het water weer te lopen. Ik heb inmiddels wel geleerd om een paar flessen water apart te houden want dit soort ongein komt gemiddeld wel drie keer per week voor. Bovendien moeten we vooral alert zijn als het stroom uitvalt tijdens een zware regen/onweersbui in de nacht. Dat is namelijk het moment dat inbrekers toeslaan. Het is helaas al twee keer bij buren van ons overkomen en nu hebben we op extra beveiligingsmaatregelen bij onze huisbaas aangedrongen. Bijna elk huis heeft een bewaker op de compound rondlopen en dat is niet zonder reden. Bij ons staat de poort ook gewoon dag en nacht open omdat het slot weer eens voor de zoveelste keer geforceerd is. Iemand probeert hier de boel te saboteren en dat zit ons niet lekker. Vooral omdat hier meerdere VSO’ers wonen en wij dus al snel een doelwit voor criminele activiteiten zijn. Gelukkig luistert de huisbaas naar ons, alleen deze week is er een grote brand in hun hoofdkantoor geweest waardoor ze nu andere dingen aan hun hoofd hebben. Volgende week zijn wij weer aan de beurt. In de tussentijd denk ik elke nacht geluiden te horen van inbrekers en doe dus amper een oog dicht.

Verder moet ik ook weer wennen aan de dagelijkse strijd die ik aan moet gaan met mijn medebewoners de insecten. Zodra je een door met boter besmeurd mes op het aanrecht achterlaat, hebben de mieren het binnen een minuut ontdekt, en komen dan met complete legers het aanrecht opmarcheren om het mes schoon te maken. Ik heb helaas ook al andere medebewoners ontdekt: ratten. Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik een fobie voor ratten heb. Het is altijd een soort van nachtmerrie geweest dat ik ratten in m’n huis zou hebben (die dan uit de wc zijn komen kruipen ofzo…), maar nu is het dan toch echt realiteit geworden! ’s Nachts word ik elke keer wakker van het minste of geringste geluidje wat ik dan uit de keuken meen te horen. Ik heb gelukkig nog niet oog in oog met een rat gestaan, maar ik heb hun aanwezigheid helaas ontdekt toen ik m’n schoonmaaksponsjes verspreid in de kast zag liggen met behoorlijke tandafdrukken erin. M’n buurvrouw Veronica heeft eerder deze week wel een rat in haar keuken gezien die via een gat achter de koelkast weer verdween. Dat gaf voor mij de doorslag om op zoek te gaan naar alle gaten en holen die ik maar in m’n woning kon ontdekken.
Samen met Joe (m’n Canadese buurman van verderop uit de straat die regelmatig rond etenstijd mij bij binnen komt vallen in de hoop een bordje mee te eten) ben ik al m’n keukenkastjes en mogelijke gaten in het muskietengaas voor de ramen afgegaan, maar ik kon nergens een ingang vinden. Uiteindelijk bleek er achter mijn koelkast ook een gat te zijn die mijn huisbaas Anil gelijk met een stuk hout tijdelijk dichtgemaakt heeft. Nu hoop ik dat mijn nachtrust tenminste weer terugkeert.


In het Paasweekend ben ik met Jolanda (een Nederlandse fysio die op de universiteit doceert), Joe (m’n Canadese buurman) en Laura (een Engelse fysio die tijdens de paasdagen bij mij logeerde) naar een eiland voor de kust geweest. Krangket Island ligt maar op tien minuten varen van Madang af, maar het lijkt alsof je in een ander gedeelte van PNG bent. Het is heel rustig en sereen en wij waren ook nog eens de enige gasten in de lodge. Joe en Laura waren al vooruit gereisd om te kijken of de logde beschikbaar was en Jolanda en ik kwamen in de middag met de boodschappen omdat je daar namelijk zelf voor je eten moet zorgen. Voordat Jolanda en ik op het eiland aankwamen, vertrok er net een grote boot met veel mensen erop. Joe en Laura vertelden dat het Duitse filmploeg was die even tien minuutjes kwamen filmen, lunchen en weer vertrokken. Een dag later kwamen we ze in de Madang resort tegen en vroegen we om wat voor film of productie het ging. Wat bleek: het is een televisiefilm voor de ZDF, Traumschiff geheten. Het is een soort van Duitse Loveboat en ze hadden al opnames in Vietnam gemaakt. Voor degenen die geïnteresseerd zijn: het wordt op Tweede Kerstdag en op Nieuwjaarsdag uitgezonden!
Op Krangket Island hebben we lekker gerelaxed, gezwommen en gegeten. De volgende dag was het weer niet zo bijzonder, dus besloten we maar om terug te gaan naar Madang en daar ergens te gaan lunchen. Want ja, het was toch Paasweekend en we moesten er toch maar een leuk en relaxed weekend van maken!
Na onze lunch in het Coastwatchers hotel liepen we met onze rugzakken terug langs de golfbaan langs de kust. Dit is een ontzettend mooie, groene en lommerrijke weg. Het was echt zo’n een zondag met gezinnen die wat doelloos langs het water sjokken. Ik liep met Joe voorop en een paar meter achter ons liepen Laura en Jolanda. Er kwam een jongen onze kant oplopen en net voordat hij Joe en mij passeerde stopte hij de mouw van zijn blouse, die losjes over z’n schouder hing, in z’n mond. Een moment later hoorden we een gil en zagen we de jongen wegrennen. Hij bleek recht op Laura afgelopen te zijn en haar met een mes op haar arm bedreigd te hebben. Zij als enige had een schoudertas en blijkbaar had hij het daar op gemunt. Hij hield z’n gezicht verborgen door z’n blouse ervoor te houden. Ondertussen trok Jolanda aan zijn arm waarop Laura begon te gillen en hij het hazenpad koos. Laura had haar tas allang op de grond gegooid, maar de jongen had geen tijd meer om deze mee te nemen. Jolanda had z’n blouse nog in haar handen. Gelukkig bleef Laura ongedeerd. Het mes was niet scherp en liet alleen een rode streep achter op haar arm. Maar we waren allemaal ontzettend geschrokken! Je denkt dat je met z’n vieren veilig bent, maar zelfs dat hoeft dus niet zo te zijn. Er kwamen een aantal locals op ons af die het incident gezien hadden. Ze verontschuldigden zich voor wat er gebeurd was en liepen verder met ons op. Deze mensen verzekerden ons dat dit niet vaak voorkwam en dat wij echt pech hebben gehad. Ik denk ook wel dat het zo is, want zelfs de expats in Madang keken op van ons verhaal. Natuurlijk moet je op je hoede zijn en niet teveel waardevolle dingen met je meedragen, maar eerlijk is eerlijk: het kan op elke plek in de wereld gebeuren.

De dinsdag na Pasen ben ik officieel begonnen met m’n werk op de Divine Word University (DWU). Eigenlijk is de DWU niet mijn echte werkgever, maar de National Disability Resource and Advocacy Centre (NDRAC). Dit is een kleine NGO die momenteel nog onder de vleugels van de universiteit schuilt, maar graag onafhankelijk wil worden. Uiteraard kunnen we nu nog gebruik maken van de faciliteiten die de universiteit te bieden heeft, zoals kantoorruimte, internet, repro, internet etc. Maar de bedoeling is dat het een onafhankelijke club gaat worden die niet aangestuurd wordt door een grote organisatie die wellicht andere belangen heeft.
Het komt erop neer dat NDRAC zich richt op de positie waarin de mensen met een handicap in PNG in verkeren. Deze positie is namelijk erg slecht. Er is weinig informatie bekend over het aantal gehandicapten, over wat voor soorten handicap, de oorzaak van een handicap etc. Men schat dat er ongeveer 600.000 mensen met een handicap op een bevolkingsaantal van 6 miljoen in PNG leeft. Het is een schatting omdat 87% van de bevolking in afgelegen en moeilijk bereikbare gebieden woont. Omdat er veelal een stigma rust op mensen met een handicap (omdat dit bijvoorbeeld als een vloek gezien kan worden) en omdat deze mensen vaak buiten de samenleving worden gesloten, is dit centrum in het leven geroepen. Het bestaat nog maar krap twee jaar en heeft nog niet veel uit kunnen voeren, maar heeft wel de ambitie om veel te bereiken. We willen de People with a Disability (PWD’s) een stem geven en empoweren om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Daarom moet er veel voorlichting gegeven worden, bewustzijn gecreëerd worden en veel samengewerkt worden met organisaties die ook op dit gebied werkzaam zijn. Hier ga ik onder meer aan bijdragen. Dus door een sterkere samenwerking met partnerorganisaties en overheidsinstellingen op te zetten, door een netwerk op te bouwen om de PWD’s beter te kunnen bereiken en ze zo een stem te kunnen geven en door campagnes op te zetten om disability in PNG onder een groter publiek onder de aandacht te brengen. Dit gebeurt al door de uitgave van een magazine: The Network. Hier is het eigenlijk allemaal mee begonnen. Dit is een magazine dat elk kwartaal gratis wordt uitgegeven en wordt samengesteld door en voor mensen met een handicap. Maar alvorens we deze ambitieuze plannen uit kunnen voeren, moeten we eerst fondsen werven! Dat is eigenlijk prioriteit nummer 1.
Nu ben ik me eigenlijk alleen nog maar aan het inlezen over wat er reeds gedaan is en wat de toekomstplannen voor NDRAC zijn.

De universiteit is niet ver van mijn huis. Elke ochtend vertrek ik rond kwart voor acht van huis en begin de route door de grote kuilen in de weg gevuld met regenwater te omzeilen. Als je pech hebt, en slippers draagt, dan zitten je benen (of broekspijpen) binnen de kortste keren onder de modder! Het is namelijk het einde van het regenseizoen, maar het lijkt net of het regenseizoen tot het allerlaatste moment gewacht heeft, en nu alles tegelijk uitstort.
Er lopen ’s ochtends ontzettend veel mensen op straat en dus blijf ik ook continu moning of moning tru (een hele goede morgen) tegen iedereen zeggen, want iedereen groet elkaar (of misschien alleen mij…). Omdat ik een shortcut naar de universiteit neem, zijn de meeste mensen niet gewend om daar een blanke te zien lopen. Vooral de schoolgaande kinderen liepen in het begin nog wel eens met grote ogen en de mond wagenwijd open naar mij te staren. En zodra ik met mijn grootste glimlach een moning of hello uitbracht, dan werd er vrolijk teruggegroet. Ik heb nu het idee dat ze eraan beginnen te wennen. In de ochtend is het nog heerlijk koel, en de zon geeft zo’n mooie gloed op alles wat groen is. En alles is hier gewoon ook ontzettend groen! Weinig wegen zijn geasfalteerd, dus het is onderweg vaak een modderpoel. Daarom zijn ordinaire slippers een algemeen geaccepteerd schoeisel hier en dus iedereen zie je daar ook op lopen. Maakt het wel zo makkelijk!
Aangezien de supermarkten niet op mijn route liggen, ga ik twee keer per week de stad in om boodschappen te doen. Op zaterdag ga ik naar de markt om groenten en fruit te kopen en door de week wil ik nog wel eens in de lunchpauze naar een supermarkt gaan of naar een SP shop (South Pacific bier) om bier te kopen. Dit kan namelijk alleen maar van maandag tot en met donderdag. Daarna heb je pech. Hoewel dat ook niet helemaal waar is, want iedereen heeft wel zo z’n adresjes om bier op de zwarte markt te kopen. Ik heb dat nog niet gedaan, want ik heb die adresjes nog niet ontdekt en bovendien is het voor een vrouw sowieso al ongewoon om bier te kopen. Dat moet dus allemaal discreet gebeuren. Maar dit soort aankopen moet allemaal zorgvuldig gepland worden omdat je ook nog eens keer in een propvolle PMV (Public Motor Vehicle) op en neer moet reizen en dan liever niet gezien wilt worden met een doos bier.

Die PMV’s zijn ook een ervaring op zich! Het is het enige openbaar vervoer wat je over land kan krijgen. Dit zijn meestal Toyota busjes waar gemiddeld 15 mensen in kunnen zitten. En daar houden ze zich meestal ook keurig aan. Maar de eerste keer dat ik in zo’n ding stapte, kwam de kenmerkende geur van PNG mij al snel tegemoet. Deodorant is iets wat hier niet gebruikt wordt en dat had ik al vrij snel door. Het was als een klap in m’n gezicht en ik had moeite om niet overduidelijk m’n neus dicht te knijpen. Maar allemachtig: een hele bus vol met zwetende Papoea’s is niet te harden! Ik begin er gelukkig al aan te wennen, maar ik heb voor mezelf besloten om hier niet aan mee te doen. Ik blijf gewoon deodorant gebruiken en met mij doen gelukkig vele andere buitenlanders hier in Madang dat ook!

By the way: voor diegenen die het leuk vinden om wat naar mij op te sturen (en dat vind ik zelf misschien nog wel leuker!) dan kan dat naar:
Divine Word University
National Disability Resource and Advocacy Centre (NDRAC)
Att: Marleen Nelisse
PO Box 483
Madang, Madang Province
Papua New Guinea

Ik vind alles leuk: Tijdschriften, DVD’tjes, Stimorol kauwgom sugarfree…. Maar ook gewoon kaartjes hoor!

1 opmerking:

Unknown zei

Woah, MJ, wat een lang verhaal!!! Aan die lengte kan ik nog en puntje zuigen, zeg! (He bah!)

Maar wel superleuk! Wat een gaaf huis! En fenx voor de volgende 'mental picture' btw: "Als ik iets uit mijn “oude” slaapkamer nodig had, liep ik op m’n tenen door de kamer en ondertussen klapte ik mijn handen en bonsde ik op de muren..." Ik zie het je doen, hihihi! :)))

Overigens ga ik mij verder diep schamen, want ik heb je eeuwen geleden al een kaartje beloofd en die heb ik nog steeds niet gestuurd. Ga ik doen. Echt waar! Pwomise! :)

Liefs van de Lama ;)