woensdag 20 augustus 2008

Tsunami?

Soms weet je niet wat je moet geloven. Zijn het de kranten? De buren? Je collega’s? Feit is wel dat er paniek om (waarschijnlijk) niets wordt gezaaid. Sinds drie weken zijn de flying-foxes (reuzen vleermuizen) uit de bomen van Madang verdwenen. Madang staat namelijk bekend om de flying-foxes. De beesten hangen gedurende de dag in de bomen uit te rusten. Aan het begin en aan het einde van de dag worden ze actief en beginnen ze collectief wakker te worden en te piepen. Vrijwel iedereen die dichtbij de bomen woont waar de beesten graag in hangen, wordt wakker van het geluid. Bovendien beginnen de vleermuizen dan ook van de ene boom naar de andere te vliegen. Doen ze ook collectief en dat geeft nogal een naargeestig beeld. Het vliegverkeer rondom Madang is ook op de vleermuizen afgestemd: geen vluchten meer na half 5 in de middag en voor 7 uur in de ochtend, want dan zouden ze nog wel eens de motoren van de vliegtuigen terecht kunnen komen. Blijkbaar is dat in het verleden wel eens voorgekomen.
In ieder geval, ze zijn verdwenen en dat zorgt nogal voor commotie in Madang. Drie weken geleden hoorden we op een zondagavond een auto met een megafoon door de stad heen rijden. Charlye, mijn Amerikaanse buurvrouw, en ik besteedden er geen aandacht aan. Bovendien verstaan we er toch nooit wat van omdat het in onduidelijk pisin wordt rondgeschald. De volgende dag op m’n werk las ik op intranet dat de inwoners van Madang gewaarschuwd werden voor een tsunami! De flying foxes waren namelijk al sinds een kleine week niet meer gesignaleerd en dit betekende de aankondiging van een natuurramp. De politie ging de wagen met de luidspreker achterna om de inwoners tot kalm te manen en te voorkomen dat er grote paniek uitbrak. Blijkbaar heeft de politie daar dan ineens wel benzine voor! Niet iedereen volgde het advies van de politie op, want een aantal families namen het zekere voor het onzekere en zijn met in de haast ingepakte spullen naar hogergelegen gebieden vertrokken.
Een aantal weken voor de mysterieuze verdwijning van de flying foxes, voelden we al een aantal keer lichte aardschokken. Daarom vonden we het ook niet zo verwonderlijk dat er iets van een dergelijke ramp aangekondigd werd. De kranten melden dat de fyling foxes in andere gebieden van PNG gesignaleerd zijn omdat het te warm in Madang werd en er een gebrek aan voedsel voor de beesten ontstond. Collega’s op de DWU melden om de beurt op intranet waar de flying foxes nog meer in het land gesignaleerd zijn omdat hun wantok (familie) daar woont.


M’n zus Dorien heeft me begin juli voor tweëenhalve week opgezocht. We hebben het onzettend leuk en gaaf gehad. We zijn naar New Ireland gevlogen, een van de vele eilanden die PNG rijk is, en hebben daar een aantal dagen over het eiland gefietst. Nu klinkt het alsof dit veel voorkomt in PNG, maar eigenlijk werden we daar ook nog steeds raar aangekeken. De lokale bevolking is er enigszins wel aan gewend dat er zo nu en dan ‘waitpela pipel” op fietsen voorbij komen rijden, maar het blijft een raar fenomeen.
We hadden eerst twee nachten in de “Treehouse” logde geboekt. Supermooie bungalows aan het water met een restaurant in een boomhut. Er was geen electriciteit dus ging de generator ’s avonds altijd een paar uurtjes aan. Omdat ik even terugging naar onze bungalow om een camera op te halen, schrok ik van iets wat ineens van een banaan, die nog een tafeltje lag, wegrende. Bleek het een rat te zijn!!! En nu heb ik al een enorme fobie voor ratten; heb je zo’n beest ineens in je kamer! Toen ik dit aan Dorien vertelde, trok ze wit weg en wilde gelijk maatregelen nemen om mogelijke ratten buiten te houden. De eigenaar keek er niet echt van op en vertelde doodleuk dat dit niet echt vaak voorkwam, maar dat het momenteel paringseizoen was en dat ze nesten aan het maken waren..... Had hij nu niet moeten zeggen.
Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat mijn zus nog panischer zou zijn dan ik. Alle tassen moesten buiten op de veranda of aan de andere kant van de kamer geplaatst worden. Al het eten moest buiten op de veranda in een container en de bananen moesten bij de buren op de veranda zodat de ratten daar naar toe gelokt zouden worden. De bedden moesten van de kanten muren afgeschoven worden. En de oordoppen moesten goed in de oren geplugd worden, zodat we maar niks hoefden te horen. We werden ’s nachts blijkbaar gelijktijdig wakker want Dorien zag mij met mijn zaklampje de kamer zo nu en dan even inspecteren. Blijkbaar heb ik toch iets over het hoofd gezien, want de volgende dag was de prop krantenpapier die we in de holen en gaten hadden gepropt, aangevreten.... Bij Dorien in de hoek die bij de aanblik daarvan wederom wit wegtrok...

Die dag was het ook tijd om door te gaan naar een andere guesthouse. Onze fietsen werden bij de Treehouse afgeleverd en zo begonnen we onze tocht over het eiland. We hadden vantevoren al touw gekocht zodat we onze rugtassen vast konden binden. We zagen er uit als een stelletje zigeuners op de fiets: plastic zakjes aan het stuur en grote tassen provisorisch op de bagagedrager vastgebonden. De fietsen hadden hun allerbeste tijd 20 jaar geleden gehad, maar hier in PNG betekenden ze nog een bron van inkomsten. De eerste nacht verbleven we bij een familie die voorheen een guesthouse hadden, maar dat inmiddels niet meer deden. De tourist office had dat niet aan ons gemeld. Maar omdat we helemaal uitgeblust en chagrijnig aankwamen en alleen nog maar naar een douche snakten, boden ze ons de slaapkamer van hun moeder aan. Zij runt de boel eigenlijk., maar op dat moment was zij in de hoofdstad van het eiland. De familie verschoonde het bed en liet ons de douche zien waar we ons konden opfrissen. Dat bleek de rivier achter het huis te zijn.... De slaapkamer was een hutje met twee bedden, tassen aan de muur (die wij ’s nachts van de muur afhaalden omdat wij dat als potentiele ratten schuilplaatsen aanzagen) en holen in de vloer dat gewoon uit het zand van het strand bestond. Overal zagen wij potentiele ratten schuilplaatsen dus we waren erg druk om alle gaten en holen te vullen met alles wat we maar in dat hutje konden vinden.
In het midden van het huis werd op traditionele manier gekookt door een gat in de grond te graven en daar stenen in het vuur op te laten warmen. Oma zat daar de boel een beetje in de gaten te houden door zo nu dan haar zaklamp ergens op te schijnen. Er moest ook toestemming aan oma gevraagd worden of wij een nacht mochten overnachten. De familie was zo ontzettend lief en aardig. Ze deden alles om het ons zo veel mogelijk naar ons zin te maken. We kregen een prima maaltijd van gebakken vis en mais. In Kavieng, de hoofdstad van het eiland, hadden we onze boodschappen waaronder drie flessen wijn, gedaan. Die avond deelden we onze fles met Greg en Sharon die de boel min of meer runden. We zagen een klein varkentje rondlopen (wat waarschijnlijk over twee jaar voor een feestelijke gelegenheid geslacht gaat worden) en vroegen wat het geslacht was. Voordat Greg en Sharon al antwoord hadden gegeven, riep oma vanuit het huis met de zaklamp in de hand: Girl! Dat was praktisch het enige wat we van oma vernamen. ’s Avonds werd er ineens een volledige hi-fi set, tv en DVD speler uit een ander kamertje getrokken en in de centrale kamer geplaatst. De generator werd gestart en de filmavond voor de kinderen kon beginnen! Dat was heel apart om te zien aangezien de rest van de huizen alleen maar uit bushmaterial bestond.
De volgende dag kregen we muffins als ontbijt en kregen we nog even een spektakel met enorme alen te zien. Greg leegde een blik makreel in het water en ineens kwamen er monsters van alen uit de hoeken van de rivier aanzetten. Grote beesten met scherpe tanden!
Vervolgens stapten we weer op onze fietsen, bedankten de familie uitbundig voor hun gastvrijheid en fietsten door naar de volgende guesthouse.
Die dag fietsten we alleen maar 30 km. Mijn derailleur brak een aantal kilometer voor ons eindpunt en deze werd provisorisch door een paar mensen langs de kant van de weg vastgezet zodat ik in één versnelling door kon fietsen. We kwamen bij een aardige guesthouse terecht die door een oude man gerund werd. Hij was er alleen niet, dus zijn zus moest zorg voor ons dragen en die had daar helemaal geen zin in. Nita was een ontzettend oud dametje met staar in haar ogen. Aanvankelijk was ze afstandelijk en gereserveerd , maar omdat ik Pidgin met haar probeerde te praten, ontdooide ze enigszins. We konden onze spullen op de veranda kwijt en begonnen aan onze dagelijkse lunch van crackertjes en inmiddels gesmolten kaas.
’s Middags nam Nita ons mee naar de wasplaats waar we ons konden wassen. Wederom was dit in de rivier. Het was heerlijk koel en schoon water. Het is alleen zo’n gedoe om je fatsoenlijk te wassen met je zwembroek en t-shirt aan! Het is namelijk een openbare wasplaats en de Papoeas zijn nogal preuts in dat opzicht. Nita zat rustig haar buai te kauwen terwijl wij onze haren in het koude water probeerden te wassen. Dorien vroeg tussen neus en lippen door of hier ook krokodillen waren. Toen ik dit aan Nita vroeg, antwoordde ze dat er soms krokodillen waren, waarop Dorien als een speer het water uitvloog!
De volgende ochtend kregen we weer een maaltijd van rijst en tinfish (makreel, tonijn of wat voor vis dan ook uit blik). Na een tijdje wens je dat niet meer te eten.....
Het was een regenachtige dag, maar we wilden doorfietsen. Nita en haar broer probeerden in allerijl plastic tassen voor ons te verzamelen die we voor onze tassen konden gebruiken. Het was heerlijk fietsen die dag.
Die dag hebben we dan ook meer dan 50 km gefietst. Naarmate we verder het eiland opkwamen, werd het alleen maar groener en tropischer. De weg leidde door palmolieplantages (die overigens in handen zijn van Cargill. Zo zie je maar weer!), over steile heuvels en langs vele dorpjes. De mensen, en vooral de kinderen, kwamen naar de weg toerennen om ons te begroeten. In de verte hoorde je de kinderen al schreeuwen: Tourists em kam!! En vervolgens kwamen ze met hele hordes aanzetten om ons aan te raken. Het nieuws dat twee waitpela meris op de fiets aankwamen, werkte als een bushphone. Mensen stonden ons langs de kant op te wachten. We voelden ons als de koninklijke familie op Koninginnedag!
Mijn fiets ging een paar KM voor ons eindpuntl weer kapot waarop wij een lift van een paar mannen kregen. De guesthouse was wederom weer leuk en prachtig aan het water gelegen. Uiteraard geen water en electriciteit, dus dat werd weer in de rivier wassen en kaarsjes aansteken.
Onze wijn was inmiddels al op en aangezien we vastzaten omdat mijn fiets niet meer gemaakt kon worden, besloten we die zondag een project te starten met als doel bier te kopen. Dit werd namelijk lastig omdat het zondag was waarop alle bottle shops gesloten waren. Bovendien reden er geen bussen dus we zaten vast. Maar omdat er aan de weg gewerkt werd en dus veel vrachtwagens op en neer reden, waren de chauffeurs bijzonder aardig om ons mee te nemen! Zo werden we in verschillende dorpjes afgezet om te vragen of er een zwarte markt was om bier te kopen. Binnen de kortste keren wist de hele omgeving dat twee blanke dames op zoek naar bier waren. Zó niet slim van ons! Het is al een soort van taboe dat vrouwen alcohol drinken en dit dan ook nog eens grootscheeps en public aan te pakken! Maar we konden in feite al niet meer terug en de mensen vonden het prachtig om ons te helpen, dus een andere truck zetten ons op de top van de berg af bij een SP bottleshop. De eigenaar moest uit de tuin geplukt worden, maar wilde graag zijn zaak voor ons opengooien. Daar stonden we dan met zes biertjes langs de kant van de weg te liften. Wederom nam een aardige chauffeur ons mee en zette ons bij onze guesthouse af. We waren de attractie van het jaar, geloof ik!
De biertjes moesten uiteraard koel blijven, dus met een grote steen vastgebonden aan een plastic zak, lieten we de biertjes in de koude rivier rusten. Dat was genieten aan het einde van de dag.
’s Avonds toen we in bed lagen, hoorde en voelde ik iemand in ons huis lopen. Aanvankelijk dacht ik het de eigenaar was die de boel aan het controleren was, maar hij deed het te voorzichtig. We hadden al onze spullen op de veranda liggen, omdat Dorien nog panischer voor bezoek van ratten was geworden. Aangezien Dorien ook volledig van de buitenwereld afgesloten was in de zin van oordoppen en oogkleppen, merkte zij dus helemaal niets van onze ongewenste bezoeker. Ik hoorde iets of iemand door onze spullen snuffelen maar kon niet zien of het daadwerklijk iemand was. Mijn muskietennet zat in de weg, dus ik kon het gordijntje van het raampje naast mij moelijk weg trekken. Op dat moment wist ik zeker dat het IEMAND was. Van frustatie dat ik niets kon zien en uit angst dat hij spullen mee zou nemen, kon ik alleen nog maar : “JA.....GVD” uitroepen en met mijn zaklampje door het raampje schijnen, waarop ik naast mij iemand wakker hoorde worden, en met een ruk omhoog kwam en alle blokkades uit het gezicht hoorde trekken en “ wat.....wat....wat gebeurt er’ hoorde mompelen. Op dat moment schrok die persoon zich wezenloos en sprong van de veranda af. Dorien liep daarop stoer met een zaklamp over het strand te schijnen en wat dreigende teksten te roepen in de hoop dat het de persoon af zou schrikken.
De volgende ochtend vertelden we dit aan de eigenaren. Ze waren niet echt onder de indruk, maar vertelden dat het waarschiujnlijk iemand uit het dorp was die ons heeft zien lopen en uiteraard wist waar wij verbleven. Vaak gaat het om kleding dat ze van de waslijn halen, maar deze persoon was volgens ons naar iets anders op zoek.
Die dag probeerden we terug naar Kavieng te komen. We lieten onze fietsen achter, die moesten maar opgehaald worden, en probeerden een lift te krijgen. De eigenaren zeiden dat het lastig zou worden, maar binnen de korste keren nam een truck ons weer mee en zette ons 10 km verderop weer. In ieder geval waren we op de juiste weg. Maar vanaf dat moment werd het lastiger. We liepen al een tijdje in de brandende zon door de palmolieplantages en konden alleen nog maar vloeken en tieren. Totdat er een pick-up truck stopte met een blanke man erin en onze fietsen in de bak. Hij zei: “You stupid girls, you knew I was coming to pick you up! De eigenaren van de guesthouse hadden wel iets gezegd over de projectmanager van het wegenbouwbedrijf en dat hij naar Kavieng zou rijden, maar ze zijn daar nooit meer op terug gekomen. Maar het was perfect, want binnen twee uur waren we in Kavieng. James reed als een gek over de kustweg terug naar de stad en vertelde over PNG en wat er wel niet allemaal met ons had kunnen gebeuren onderweg. Hij leefde z’n hele leven lang al in PNG. Hij vond ons ‘brave girls’ en we mochten van geluk spreken dat ons niks overkomen was. We fietsten natuurlijk over stille wegen waar iedere gek ons aan had kunnen vallen. Bovendien lopen de mensen vrijwel allemaal met grote kapmessen rond. Wij zien dit als wapens, maar zij gebruiken het als een gereedschap in de tuinen en in de bush.
Terug in Kavieng gingen we naar de tourist office waar we ons beklag deden over de fietsen en de informatie over de guesthouses die behoorlijk achterhaald is, waarop we maar een klein bedrag voor de fietsen hoefden te betalen.
Vervolgens hadden we besloten om ons zelf te verwennen en de de laatste nachten in een leuk en luxe resort op een eiland door te brengen. Helaas was het hotel volgeboekt, maar Louis (een goede vriend van de Australische eigenaren) regelde wel wat voor ons. Hij heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat wij drie nachten op het eiland konden blijven. Eén nacht in een van de bungalows en twee nachten in het huis van de buren die aan het zeilen waren! Het was heerlijk en supergaaf. Elke avond hingen we met de mannen aan de bar en dronken we de shotjes schnapps met Baileys met veel smaak weg. Het was echt vakantie.
Onze terugvlucht was al om 6 uur in de ochtend, wat betekende dat we er al om vier uit moesten. Verschrikkelijk.
Bovendien moesten we de hele dag in de meest saaie en oncomfortabele lounge van het vliegveld in Port Moresby doorbrengen omdat onze connecting flight naar Madang maar niet ging. Ieder uur gaven ze ons weer uitstel. Op den duur waren we het zo zat dat we begonnen te klagen en het personeel van Air Nuigini ons in de VIP lounge plaatsten waar we uitgebreid de saladebar en de sandwiches plunderden. We hadden namelijk de hele dag amper wat gegeten.
We hadden er al op gerekend om de nacht in Moresby door te brengen, maar plotseling kwam het bericht dat het vliegtuig naar Madang toch nog zou vertrekken.
We gokten het er maar op dat we met iemand terug naar huis konden rijden, aangezien er geen taxi’s in Madang rond rijden. De heenreis waren we namelijk door Brother Hugo van de Divine Word in de bus gebracht. Brother Hugo is een Zwitserse pater van in de zeventig die ongeduldig achter het stuur zit en in het Duits begint te vloeken als het hem niet snel genoeg gaat. En wie stond daar op ons te wachten: onze held Brother Hugo!

We waren zo blij om weer terug in Madang te zijn en na 10 dagen onze vieze kleren te kunnen wassen. Wat een heerlijkheid kan dat toch zijn.
De dagen daarop ben ik weer aan het werk gegaan. Dorien vermaakte zich in de stad door souvenirs in te slaan en aan het zwembad van de Madang resort te hangen. In de tussentijd raakte ze nog wel de sleutels van m’n huis en een USB stick kwijt. Ik heb het slot van mijn deur gelijk laten vervangen en de USB stick werd via via, met onzettend veel toeval, opgespoord. Een stel bijbelvertalers hadden de stick in bewaring en de ‘eerlijke’ vinder wilde vindersloon. De bijbelvertalers adviseerden mij om een paar kina’s achter te laten, maar een paar dagen later hoorde ik via via dat de vinders met een paar mannelijke familieleden op de stoep van de bijbelvertalers stonden en minstens een paar honderd kina vindersloon wilden hebben. Ik was hier totaal niet blij mee, want ik was bang dat zodra ze uit zouden vinden waar ik woon, dat ze met de hele wantok bij mij op de stoep zouden staan! Ik was daarom ook blij dat ik het slot van mijn deur had vervangen. Volgens Dorien hadden ze de sleutel en de USB stick uit haar tas gestolen en dus was er totaal geen sprake van ‘eerlijke’ vinders.
Dorien had me in ieder geval wel weer met problemen opgezadeld, zeg! Gelukkig nog geen teken gehad van de wantok die meer geld willen hebben.

Dat weekend erop zijn we met een aantal mensen uit Madang een boattrip met Jan en Eunice Messerschmit gaan maken. Dit zijn ook Amerikaanse bijbelvertalers (daar zijn er nogal veel van in PNG), maar ze zien eruit als oude hardrockers met grijze paardenstaarten en tatoeages. Erg komisch om te zien.
We namen onze eigen drankjes en hapjes mee en terwijl met onze biertjes in de hand in het water dreven, zagen we de zon onder gaan bij Kranket Island. Het was een heerlijke avond. We zwommen tussen het lichtgevende plankton door dat een feeërieke sfeer gaf. Het was zo’n gave avond!
Jan en Eunice hadden het ook wel naar hun zin met ons, waarop ze ons uitnodigden bij hen en thuis om daar nog wat drankjes te drinken en muziek te draaien. Vervolgens zijn we nog doorgereden naar Albert en Anna (de Spanjaarden) waar we onze slaapmutjes gedronken hebben. Het was echt een heerlijke avond.

De week erop was Rembrance Day waarop wij vrij waren. We besloten die dag met Jolanda en Charlye kano’s te huren bij de resort. Onderweg kwamen we Albert en Anna tegen die ook wel mee wilden. Maar bij de resort wilden ze ons niks verhuren waarop we besloten om een ritje buiten de stad te gaan maken. Albert en Anna hebben een oude Toyota Landcruiser uit 1976 die iedereen inmiddels herkent. De auto is namelijk ook nog eens mintgroen. Het rammelt aan alle kanten, maar het rijdt nog prima. In het mintgroene koekblikje togen we met ons vijven naar Hole in the Wall. Een uur rijden buiten Madang. Dit is een kleine lagune waar je fantastisch kunt snorkelen. De naam is afkomstig van een groot gat in het rif waar je doorheen kunt duiken. Alleen Albert durfde dat. Wij meiden durfden dat niet aan omdat het toch een lange tunnel is en we veel te bang waren om in ademsnood te verkeren.
Op de terugweg besloten we een biertje bij Malolo Plantation en daarna bij Jais Aben te drinken. Beide plekken zijn resorts waar je lekker op het terras kunt hangen. Het klinkt allemaal veel luxer dan het in werkelijkheid is, maar het zijn prima gelegenheden om een drankje te doen. Bij Jais Aben kwamen we de Duitse meiden en Monica tegen die ’s avonds ook verwacht werden op het afscheidsfeestje van Hayley.
We waren natuurlijk veel te laat terug voor haar feestje en we waren inmiddels van de vele biertjes ook al enigszins ingekakt waarop die avond alleen maar een saaie bedoening werd.

De laatste weken waren vrij druk met social events. Er hebben veel mensen afscheid genomen, veel verjaardagen gevierd en er werden veel etentjes gehouden. We mogen absoluut niet klagen, maar om eerlijk te zijn is het zo nu en dan teveel.....
Charlye en ik brengen samen veel tijd door omdat we in hetzelfde gebouw wonen. We doen gezamenlijk onze boodschappen en koken vrijwel elke avond samen. Onbewust hebben het altijd over “wij” en “ons” als er iets gedaan of geregeld moet worden. Ik regel alles social events met iedereen en Charlye gaat wel mee. Jolanda woont ver van ons vandaan, maar eigenlijk zijn we altijd wel met ons drieeen. Nu hebben we dan ook besloten om gezamenlijk een auto te kopen omdat iedereen met een auto (waar we nogal afhankelijk van zijn) langzaamaan vertrekt. Momenteel hebben de auto van Alex (de Duitser die bij de EU werkt) te leen, omdat hij voor een aantal weken naar Europa is.
Ik zei dat wij net zoveel recht op die auto hebben aangezien wij ook EU staatsburger zijn! Dus nu rijden wij drietjes rond in een supervette Toyota Landcruiser Pick-up met EU stickers aan de zijkant. Aangezien Charlye niet met een pook kan rijden (Amerikanen zijn alleen maar aan auotmaten gewend...) mag ik er altijd in rijden ;)) . De auto staat namelijk altijd bij ons huis omdat wij het verste weg wonen. Er kunnen maar twee of drie mensen in de cabine, dus er zitten altijd mensen in de bak. Zo rijdt iedereen hier vrijwel rondt.
Monica probeert voor ons een auto via de Divine Word University voor ons te regelen, aangezien Jolanda en ik daar werken. Verder zijn we met mijn collega’s aan het rondkijken voor goedkope wagens en dat is geen makkelijke taak. Het zal zoveel schelen als we eindelijk een auto voor ons zelf hebben. Dan kunnen we ’s avonds tenminste rustig naar tennisles zonder vantevoren te moeten nadenken hoe we weer thuis komen. We kunnen tenminste normaal boodschappen doen zonder alles in etappes in de kleine busjes te moeten slepen. Hoewel dat ook wel weer z’n charmes heeft.

Sorry dat het weer een heel verhaal is geworden, maar dit is min of meer een samenvatting van de afgelopen twee maanden. En dan de nadruk op samenvatting. Ik zal de volgende keer iets meer over mijn werk vertellen, want dat is uiteraard de allesomvattende reden waarom ik hier ben!