Ik zal van voor af aan beginnen om het enigszins minder cryptisch te maken. Een jaar geleden hadden Jolanda, Charlye en ik al besloten om rond deze tijd van het jaar een trip naar de Sepik te maken. Dit is een rivier in een gelijknamige provincie wat een van de meest interessante en indrukwekkendste gebieden van PNG is. De Sepik rivier wordt wel eens vergeleken met de Amazone rivier in Zuid Amerika om aan te geven dat dit een vrijwel onbegaanbaar gebied in het oerwoud is met idyllische dorpen langs de oevers van de rivier welke alleen met een boot of kano bezocht kunnen worden. De Sepik staat eveneens bekend om zijn houtsnijkunstwerken, maar vooral om de indrukwekkende Haus Tambarans oftewel spirituele huizen die gebruikt worden voor de initiaties van jonge mannen (ritueel waar jonge mannen tot mannen geïnaugureerd worden). Ons werd verteld dat eens in de zoveel jaar jongens verzameld worden en in het Haus Tambaran geplaatst worden waar ze soms wel bijna een jaar onderricht krijgen van de oudere wijze mannen en voorbereid worden op het ‘ man zijn’ . De cultuur van hun village en hun clan wordt door middel van het vertellen van verhalen en het maken van houtsnijwerken aan de jongens overgedragen. Zij moeten de kunst eveneens leren om hun cultuur en de tradities oraal over te brengen. De vrouwen van het dorp brengen de jonge mannen eten, maar mogen volstrekt niet het gebouw betreden. De Haus Tambarans zijn alleen toegankelijk voor mannen …en toeristen. Aangezien wij vrouwen zijn, vonden we het dan ook meer dan respectvol om de huizen niet te betreden, maar de mannen van de dorpen vertelden dat wij wel toegang mochten hebben omdat wij toch niet begrijpen wat de betekenis van de afbeeldingen is. Wij kunnen in en uit lopen zonder ook maar iets van de verhalen en afbeeldingen begrepen te hebben, dus wij vormen geen bedreiging voor hun ‘mannencultuur’. Hun vrouwen daarentegen wel. Daarom mogen zij niet weten wat er zoal binnen de haus bois afspeelt, dat is taboe.
De haus tambarans staan symbool voor de vagina. Je moet goed kijken wil je dat er uit op kunnen maken, maar we zagen wel een aantal keer een houtsnijwerk van een vrouw met haar benen wijd boven de ingang van het huis hangen.
De reis van Madang naar Wewak en uiteindelijk naar de Sepik was ook weer van het kaliber memorable verhalen. We deden alles wat tegen het veiligheidsbeleid van VSO is, maar ja anders kun je dit soort reizen wel op je buik schrijven. Reizen in PNG is namelijk niet goedkoop, niet comfortabel, en niet bepaald makkelijk. Wil je wat van het land zien, dan moet je risico’s nemen.
Vorige week maandag namen we de boot van Madang naar Wewak in de East Sepik Province en dat was al een hele ervaring. De boot was te laat, een aantal Papoeas begon onrustig te worden, dus we hielden onze harten al vast. Gelukkig ging de poort vrij snel open en iedereen rende zo snel mogelijk naar het schip om een plekje te bemachtigen. Wij hadden kaartjes voor het bovendek gekocht in de hoop daar een stapelbed te claimen. Maar het merendeel van de passagiers verblijft in het onderdek waar je liever geen 17 uur door wilt brengen. Er zijn een aantal oncomfortabele banken en een plateau met een soort van dekzeil erover gespannen waar je een beetje op kan liggen. Hoewel dit vrijwel niet te doen is, omdat er meer mensen dan ruimte aan boord is. Bovendien neemt iedereen ook immens veel bagage met zich mee dat ten goede komt van hun wantoks of verkocht wordt op de markt. Wij hadden in ieder geval een stapelbed, maar je kunt je indenken dat de hoezen van de matrassen niet bepaald schoon zijn. Beestjes lopen van het ene naar het andere matras en je probeert deze maar te negeren in de hoop toch nog een oogje dicht te doen.
De volgende ochtend werden we door Cletus en zijn zoon Roy opgewacht die ons zouden gidsen op de rivier. Na twee uur in de PMV door Wewak gereden te hebben (zo wordt de bus gevuld) reden we met de open truck naar Angoram. De weg gleed prachtig door de met oerwoud begroeide heuvels van de East Sepik Province. Eindelijk in de avond kwamen we aan in Angoram en bleven we een nachtje in het guesthouse van Cletus slapen alvorens we de volgende dag echt de Sepik op gingen. ’s Nachts hoorden we natuurlijk allemaal geluiden in het bushmaterial huisje van ratten en termieten, maar ik voelde me veilig onder onze muskietennet.
Woensdagochtend nam Cletus ons mee naar de markt om daar de laatste inkopen te doen voor de reis op de rivier. De markt was als elke iedere markt in PNG, alhoewel ze hier een grote hoeveelheid vis en garnalen verkochten. De vissen waren verser dan vers, want de arme beesten lagen nog allemaal naar adem te happen en leden een langzame dood.
Helaas werden we niet in een motorkano de rivier opgestuurd, maar in een ordinaire bananenboot. De motorkano zou het plaatje namelijk helemaal compleet maken, maar de bananenboot was redelijk comfortabel. Charlye was nog zo slim om een rieten mat te kopen zodat we die in de bodem van de boot konden leggen en daarop te gaan zitten i.p.v op een stuk grondzeil. Groots onthaal in het dorp Govermas
De tocht was fantastisch. We werden in veel dorpen groots onthaald, want het was misschien een half jaar geleden dat de laatste waitpela het dorp had bezocht. Hele oevers stonden vol met veelal naakte kinderen met opgezwollen buikjes en volwassen in gescheurde t-shirts and shorts. Desondanks was iedereen bijzonder vriendelijk en vrolijk. We hadden een aantal zakken zuurtjes, ballonnen en pennen voor de kinderen meegenomen om deze uit te delen. Je begrijpt dat de kinderen keer op keer probeerden om extra snoepjes te krijgen door zich snel aan de andere kant van de groep te verplaatsen in de hoop dat het ons niet op zou vallen. Dat lukte ze vrij goed want alle kinderen lijken zowat op elkaar!
Het zicht op de dorpen langs de rivier is precies zoals ik me ingebeeld had of zoals je in historische fotoboeken aantreft. De huizen zijn gebouwd op palen en afgewerkt met maten bestaande uit de bladeren van de sagopalm. De sagopalm wordt ook wel de boom des levens genoemd, want alles van de boom wordt gebruikt. Het dagelijkse voedsel van de dorpelingen bestaat uit sak sak (meel van de sagopalm wat verwerkt is tot een soort van rubberachtige substantie wat vervolgens tot een soort van pannenkoek verwerkt wordt) en gerookte vis uit de rivier. De daken en de wanden van de huizen bestaan uit gevlochten sagopalmbladeren. De schors van de boom wordt gebruikt voor de vloeren van de huizen. Ze weten werkelijk alle onderdelen van de boom te benutten. Om de vijf á zes jaar moet een huis opnieuw opgebouwd worden omdat het klimaat het niet toelaat om het langer te bewonen. Daarom tref je niets van oude historische materialen of objecten aan. Alles wordt aangetast door het vochtige klimaat.
Je zou denken dat de vruchtbare grond voldoende mogelijkheid biedt voor het planten van andere gewassen, maar de dorpelingen eten al generaties lang sak sak en vis en daar blijft het ook bij. Daarom zie je veel kinderen met opgezwollen buikjes, een teken van ondervoeding.
In het dorp Kambraman (waar ze overigens een geweldige Haus Tambaram hebben) deden we een poging om onszelf te wassen. We hadden ons al drie dagen niet meer gewassen en beetje verfrissing was wel noodzakelijk. We werden naar de rivier gestuurd waar we uiteraard in onze zwembroeken en t-shirts moesten baden. Hesla (een vrouw uit Tambanum en familielid van onze gidsen die ons vergezelde bij vrouwenactiviteiten) ging eveneens mee naar de rivier, maar waste zich niet. Ze stond enkel in het water ons te aanschouwen hoe wij ons door de blubber van de rivier voort ploeterden om enigszins vastigheid in de bodem te krijgen zodat we ons konden wassen. Natuurlijk waren we ook bang voor krokodillen, want die zitten er genoeg in de rivier. Het voelde enigszins goed gebadderd te hebben en we voegden ons bij onze gastheren om ons eigen meegebrachte diner (noodles) te nuttigen. Onze gidsen aten sak sak en vis, en eigenlijk was dat niet eens zo onsmakelijk. Na het eten was het tijd om verhalen te vertellen (tok stories) en dat was interessant.
De volgende ochtend kregen we een rondleiding van de vrouwen door het dorp. We werden naar het toilet begeleid (lik lik haus) want de avond ervoor was het donker genoeg om onze behoefte in de struiken te doen. Charlye vroeg waar het pad langs het lik lik haus naar toe leidde en vrouw antwoordde naar de wasplaats. ‘Oh, dus jullie wassen je niet in de rivier?’ , vroeg Charlye. Nee, zei de vrouw, want de rivier is nogal greasy van poep en plas. Alles begon spontaan bij ons te jeuken, want de avond ervoor hadden ze ons gewoon laten baden in het hun openbare toilet! Daarom waste Hesla zich dus niet. Die stond klaarblijkelijk gewoon een partijtje te plassen terwijl wij onze haren aan het wassen waren. We vroegen waarom ze ons in die vieze rivier hadden laten wassen. “Omdat jullie medicijnen hebben om eventuele ziektes te behandelen”, was het antwoord! Ongelooflijk dat daar klakkeloos van uitgegaan wordt en dat het een reden is om ons in het openbare toilet te laten baden.
We hadden al door dat privacy niet bekend is bij de Papoeas. Alles wordt in groepsverband gedaan en dat kan nog wel eens irritant zijn. Samen wassen onder de waterval, samen door het dorp lopen, samen naar het toilet, etc. Maar iedereen bleef ook rustig in de ruimte terwijl we ons aan het omkleden waren. Althans een poging tot, want je wilde ook niet in je nakie staan temidden van iedereen. Hoewel de Papoeas anders altijd zo strikt zijn om de activiteiten tussen mannen en vrouwen gescheiden te houden, leek het hier ineens niet meer zo van toepassing. Vanaf het moment dat we aankwamen in Govermas en onze matjes neerlegden en muskietennetten ophingen tot het moment dat we naar bed gingen, was de ruimte altijd gevuld met mensen. Zelfs toen we ’s ochtends opstonden, kwamen de eerste mensen weer binnen druppelen. Dit kan behoorlijk op je zenuwen werken, maar je moet respect voor de gastheren en de andere dorpelingen hebben. Zo vaak krijgen ze geen gasten over de vloer.
Vervoer over de rivier
Op de terugweg naar Angoram deden we nogmaals het dorp Tambanum aan om zowel Hesla af te zetten als ons de gelegenheid te geven om carvings te kopen. Dit was inderdaad de plek om de beste houtsnijwerken aan te schaffen. Prachtige maskers en andere objecten werden tentoongesteld door de dorpelingen. Alle drie gingen we los met het kopen van de maskers. De boot was propvol met onze pas aangeschafte objecten.
Vanaf Angoram moesten we ’s nachts de PMV naar Wewak pakken. Om 1 uur ’s nachts ging de wekker. Het regende keihard en we moesten in het pikkedonker een bootje in om naar de andere kant van het dorp gebracht te worden. Alle drie deden we onze best om onze houtsnijwerken zoveel mogelijk tegen de regen te beschermen. Als dieven in de nacht zaten we met onze grote rugzakken en poncho aan in het bootje naar de PMV. De truck was al propvol met mensen die hun manden met vis op de markt in Wewak gingen verkopen. Hutjemutje zaten we opgepropt in de truck omringd in een stank van vis. We waren blij dat we in Wewak gedropt werden bij een luxe hotel waar we een fatsoenlijk ontbijt en koffie konden nuttigen. We zagen er niet uit; we stonken, onze haren waren vet, onze voeten waren smerig en onze kleren modderig. Toch mochten we bij het zwembad zitten, en lieten we meteen onze voeten in het schone water van het zwembad weken.
In de middag moesten we naar de haven om de boot naar Madang te pakken. Charlye had haar kaartje verloren en dat bezorgde ons stress. Vooral omdat we zagen hoe druk het was. De menigte begon weer onrustig te worden omdat de hekken maar niet opengingen. Gevechten braken alweer los, en onze hartkloppingen namen toe. Gelukkig begon er schot in de zaak te komen en Charlye werd doorgelaten. We waren eveneens verzekerd van een smerig stapelbedje op de boot. Met de mat die Charlye had gekocht, konden we in ieder geval twee bedden bedekken.
We waren zo kapot van de lange en de vermoeiende reis op de rivier en van de korte nacht ervoor, dat we alledrie in slaap vielen. In Wewak hadden Jolanda en ik nog snel wat eten gekocht voor de lange reis terug. Na ons ‘diner’ vielen we alweer in slaap. Gek genoeg had ik redelijk goed geslapen.
Na aankomst in ons huis hebben Charlye en ik ons huis meteen versierd met onze aankopen. De Sepik trip was werkelijk een hoogtepunt van mijn verblijf in PNG en ik wil zeker proberen om een andere gedeelte van de rivier te bezoeken.
De buit is binnen!