Vorig jaar heb ik eens geschreven dat ik mezelf in een bamboo huisje zou zien wonen i.p.v. in een flat met twee balkons en twee ruime slaapkamers. Nu is dit al een vorm van luxe in PNG, want niet eens elke vrijwilliger heeft een dergelijk huis.
In het begin van het jaar werden we door de nieuwe country director van VSO bij haar thuis uitgenodigd en zij deelde met ons vrijwilligers dat er maatregelen binnen VSO genomen moesten worden om de financiĆ«le situatie van VSO PNG enigszins te verbeteren. Het delen van woningen werd door VSO aangemoedigd. Aanvankelijk dacht ik: ik zit eigenlijk prima met waar ik zit. Maar in de weken daarop waren er weer een aantal incidenten op de compound gebeurd, zoals een poging tot inbraak bij de achterburen. Charlye was hier getuige van en schreeuwde naar de twee jongens die door de tuin heen slopen. Vervolgens schrokken die natuurlijk enorm en keken omhoog waar dat geroep vandaan kwam en zagen Charlye op haar balkon staan. Charlye besefte vervolgens dat dit een onzorgvuldige actie van haar was, want nu wisten die rascols gelijk dat daar een ‘waitpela’ woont en dat daar dus wat te halen valt. Dus zij probeerde de bewaker (die de huisbaas eindelijk geregeld had omdat ze na een jaar inzagen dat wij gelijk hadden met ons ‘gezeur’ over onveiligheid) te waarschuwen, maar die kon niet wakker worden. Dat is overigens een veelvoorkomend probleem in PNG. In prinicipe heb je weinig aan de ‘sigis’ (security guards) omdat ze vaak dubbele shifts moeten draaien en dus ’s nachts vaak in slaap vallen. Bovendien zijn het vaak ook dunne en kleine ventjes die hun mannetje eigenlijk niet kunnen staan. Behalve een radio en soms een knuppel hebben ze geen andere wapen in hun uitrusting. In ons geval was de bewaker dus ook in een diepe slaap en kon maar moeilijk wakker worden. En het mooie is dan ook nog dat hij beweert dat hij niet slaap, maar met z’n gedachten ergens anders was. Ik weet niet wat erger is; maar in beide gevallen deed hij z’n werk niet goed. Hij mocht dus ook niet meer terug komen van de huisbaas.
In de tijd dat wij nog in MaleisiĆ« waren, hadden een aantal rascols bij onze onderburen ingebroken. De buurjongen werd wakker en stak de inbreker met een mes in zijn arm. De rascols vluchtten vervolgens, maar kwamen een aantal dagen later terug en begonnen stenen over het hek naar hun flat te gooien. Gelukkig is het daarbij gebleven, maar met een nog een aantal andere incidenten hadden Charlye, Veronica en ik er genoeg van om daar nog langer te wonen. Bovendien hadden een aantal lokale staff members van VSO al eens toegegeven dat onze buurt inderdaad niet als veilig bekend staat. Waarom laten ze dan een aantal female volunteers daar dan nog wonen? Omdat er een gebrek aan accommodatie is, was het antwoord. Probleem voor ons is dat wij ons nooit veilig gevoeld hebben in de compound. Bij elke geluidje werd ik al wakker. Ik was altijd op m’n hoede en had het idee dat er ingebroken zou worden. En het is niet alleen het inbreken, want op dat moment mogen ze alles meenemen wat ze willen hebben, maar meer de dreiging dat ze je aangerand of nog erger verkracht wordt. Dit land staat bekend om z’n sky rocking cijfers als het om violent against women gaat en dat heb ik voortdurend in m’n achterhoofd.
Charlye en ik hadden inmiddels al besproken om eventueel een huis te delen. Allereerst omdat we praktisch al samenwonen in Kina Beach, ten tweede omdat we ons daar niet veilig voelen en ten derde omdat we een fantastisch huis op het oog hadden. Een vriendin van ons had een baan bij een NGO in Port Moresby aangenomen, en was daar inmiddels ook naartoe verhuisd. Haar huis in Madang stond inmiddels dus vrij. Vorig jaar hadden we regelmatig feestjes in haar huis omdat het een perfecte locatie is. Maar het allerbeste aan dit huis is: het balkon met overzicht over de zee. Daarnaast is het ruim, groot en koel.
We hadden dit aan VSO voorgelegd en boven onze verwachting reageerden ze positief. We moesten er zelf maar achteraan en het met de huisbazin bespreken zolang alles maar binnen het budget zou blijven. Dat is na veel onderhandelingen gelukt en een maand geleden zij wij erin getrokken. Ik heb Kina Beach volledig achter me gelaten, en Coronation Drive in m’n armen gesloten! Het is werkelijk waar heerlijk om aan het einde van de dag op het balkon te hangen, kaarsjes en kerosine lampjes aan en simpelweg te genieten van het uitzicht en de mensen die voorbij lopen. Zonsop- en ondergang zijn fantastisch en we prijzen ons elke dag maar weer met dit huis. Het is alsof we in een beach house in Santa Monica in Californie wonen, maar dan zonder de roller-skaters and fietsers. Op de zondagen komen families voorbij lopen of zitten samengepakt in busjes en pick-ups.
Bovendien heb ik besloten om mijn placement te verlengen aangezien mijn werk nu pas echt van de grond komt. De eerste nieuwe werknemer is inmiddels begonnen en de tweede komt aan het einde van de maand. Toen ik met deze placement begon, was de basis van de organisatie vrijwel verdwenen omdat de local counterpart zich in de steek gelaten voelde door de twee belangrijkste aandeelhouders van de NGO: Divine Word University en VSO. Door gebrek aan tijd kon mijn voorgangster hem niet voldoende inwerken. Hij vertrok al vrij snel nadat ik gearriveerd was (en had daarbij ook een aanzienlijk bedrag uit de kas meegenomen) en ik stond er alleen voor. Ik heb de fundering voor National DRAC weer min of meer weten te herstellen en de activiteiten langzamerhand uit kunnen breiden. Zowel de Divine Word University als VSO namen amper initiatief om National DRAC te assisteren in het zoeken naar human resources. De vraag was namelijk: wie gaat dat betalen? Divine Word had het vertrouwen in de NGO veloren nadat mijn counterpart was vertrokken en VSO investeert niet in dergelijke projecten. Uit ervaring weet ik dat donor organisaties niet investeren in salarissen omdat dit niet duurzaam is. Stel dat de funding afloopt dan is het onduidelijk wie voor het salaris zorg gaat dragen. Mijn placement eindigt eind augustus, maar in principe heeft mijn placement pas echt inhoud gekregen aan het einde van 2008 en nu op dit moment. Nu mijn nieuwe collega’s van start gaan, wil ik ze ook graag de tijd en de gelegenheid geven om de organisatie en de stakeholders goed te leren kennen, zodat ze de activiteiten eigen kunnen maken. Ik zou het namelijk heel jammer vinden als hetzelfde zou gaan gebeuren met hun voorganger die zich op den duur geen raad meer wist en z’n biezen gepakt heeft. Dit zou namelijk het einde van National DRAC betekenen en dat zou een eeuwige zonde zijn. Vooral omdat we nu echt naamsbekendheid gecreeerd hebben. Dit zou betekenen dat ik tot volgend jaar april of hopelijk mei in PNG zal blijven.
Het enige probleem dat ons huis heeft, is ratten. Ze komen uit een gat in het plafond in mijn slaapkamer. Gelukkig had ik dat allemaal niet door, want dat is mijn grootste nachtmerrie ever! Ik kreeg het vermoeden dat we knaagdieren toen ik een zak muesli op de grond bij het fornuis zag liggen. Toen ik het fornuis wegschoof, zag ik stukjes plastic liggen waar aan geknaagd was. Charlye wilde het niet geloven totdat ze een weekend alleen thuis was en de rat door kamer zag rennen. Het rende terug naar mijn slaapkamer... Ze kwamen uit een gat (dat inmiddels gedicht is) in het plafond in mijn slaapkamer. Ik bleef daar natuurlijk niet slapen en had mijn bed naar onze extra slaapkamer verhuisd.
Als ik iets uit mijn “oude” slaapkamer nodig had, liep ik op m’n tenen door de kamer en ondertussen klapte ik mijn handen en bonsde ik op de muren. Een waarschuwing voor de ratten dat ik eraan zou komen. Van PNG’ers hadden we het advies gekregen om een kartonnen bord met lijm er op te smeren en in het midden wat tonijn uit blik als aas te plaatsen. Hadden we een aantal nachten geprobeerd, maar geen succes. Tot ik op een ochtend inderdaad iets op het bord zag kleven: we hadden een rat gevangen! Charlye was intussen ook uit bed en beide hadden we geen idee wat te doen. Het beestje leefde namelijk nog. We gingen een beetje lawaai maken en we zagen z’n lichaampje bewegen. Hij probeerde van de lijm los te komen. Ik ben naar onze achterburen gelopen en heb Roland, de oudste zoon, opgehaald. Met het slaap nog uit zijn ogen wrijvend, pakte hij het bord en sjouwde ermee naar het balkon. Hij zocht een stokje en doodde de rat. Daarna probeerde hij het lichaampje van de doos af te schrapen zodat we het bord nog een keer konden gebruiken.... Roland was duidelijk niet onder de indruk van de grootte van de rat, maar wij vonden hem behoorlijk groot. Als je nagaat dat het lichaampje groter was dan mijn eigen hand, en dan nog een lange staart eraan..... Roland sjouwde ermee naar het water, en wierp het lichaampje in de zee. Daarna zagen we nog wel “rattenactiviteit” in het huis (de lokdoosjes waren allemaal leegevreten), maar ze kleefden niet meer aan het bord. Afgelopen week ben ik maar weer verhuisd naar mijn “oude” slaapkamer. Uiteraard lig ik bij elk geluidje weer wakker, maar daar zal ik maar aan moeten wennen.
Toen Charlye de rat voor het eerst zag en mij sms-te was ik een weekend in Moresby voor een meeting met de National Board of Disabled People, en dacht bovendien Jessica eens op te zoeken. Vorig jaar was zij een short term VSO volunteer in Madang en werd verliefd op een rijke Australier en is bij hem in Moresby gebleven i.p.v. terug naar Engeland te keren om daar in Oxford te studeren. Zij leeft nu de “real expat life”. Een penthouse in de heuvels van Moresby; etentjes in het enige Italiaanse restaurant van PNG; feestjes op de Royal Yachtclub. Kortom; een heel ander leven dan wij kennen. Vroeger dacht ik dat een dergelijk expat life een geweldig leven zou zijn, maar volgens mij is het allemaal niet zo rozengeur en maneschijn. Die mensen hebben hun relatie met de werkelijkheid in feite verloren. Ze leven alleen maar in hun eigen bubble, gaan om met ‘hun soort mensen’, kijken neer op de Papoeas, rijden rond in grote, dure wagens met kogelvrij glas en hebben geen benul wat er in PNG gebeurt. Geld verdienen, dat is de enige reden waarom ze in dit land zijn .
We hebben ook een aantal van dit soort lui in Madang. Verschrikkelijke mannen, want het zijn meestal mannen. Jolanda en ik zijn regelmatig in de country club omdat we squash en tennis spelen. Dit is min of meer de enige bar in Madang en daar zitten dan ook regelmatig oude expats te drinken. Zo nu en dan komen we wel eens in gesprek met ze, maar het draait altijd weer op verwijten uit. Ze verwijten ons ontwikkelingswerkers dat we hier voor een aantal jaar naar PNG komen, en vervolgens weer vertrekken en dan het gevoel hebben dat we ergens aan bijgedragen hebben. Nee, zij doen het goed. Zij wonen hier al 40 jaar en zij weten hoe dit land elkaar inzit. “Hoe lang ben je al in PNG? Denk je dat je PNG goed kent? Kom je wel eens in de villages? Nou ik wel, want ik woon hier al 40 jaar. Ik ben PNG’er, want kijk ik heb tatoeages in mijn gezicht.Ik heb alles meegemaakt en ken het land van binnenuit. Jullie niet. Jullie komen en gaan weer”. Hier moeten we ons voortdurend tegen verdedigen. We laten ze maar kletsen, want ze horen zich zelf namelijk graag praten. Maar het feit dat ze in elk gesprek het aantal jaar dat ze in PNG doorgebracht hebben moeten herhalen, is alleen maar een zwaktebod van die gasten. Dat is de enige zekerheid die ze hebben.
Twee weken geleden hebben we National Disability Day gevierd en dat was een groot succes. De maanden eraan vooraf hadden we met alle stakeholders die hierin betrokken waren, vergaderd en plannen gemaakt. Dat ging nogal moeizaam omdat ze alles graag bij ons VSO’ers wilden neerleggen. In 2007 was er klaarblijkelijk een geweldige National Disability Day georganiseerd, omdat er toen ook VSO’ers in betrokken waren. Afgelopen jaar daarentegen was het waardeloos. Dit jaar wilden we er weer een spectaculaire dag van maken en dat is uiteindelijk gelukt. Tijdens de vergaderingen waren het voornamelijk Jolanda, Charlye en ik die aan het woord waren, en dat wilde we je JUIST niet. Probleem op dat soort momenten is dat ze denken dat wij alle wijsheid in pacht hebben dus laat het die meiden maar allemaal doen. Wij probeerden de vergaderingen juist participatief te maken, en dat werkte enigszins. Maar met dit soort evenementen wordt het alleen maar weer duidelijker hoe dit land met corruptie doordrenkt is en dat het zelfs op grass root level veel voorkomt. Het zijn maar kleine dingen, maar zo frustrerend. Natuurlijk draait het altijd om geld en vriendjes politiek. T-shirts die speciaal geprint waren voor de disabled people die aan “ability sports” deelnamen, waren ondermeer verdeeld onder de wantoks van de werknemers van de Creative Self Help Centre. Versnaperingen die door de lokale supermarkten gedoneerd waren voor de “artiesten”, werden eveneens uitgedeeld aan de wantoks waardoor er bijna niets meer over was voor de kinderen van de sing sing groups. Jolanda reed de hele ochtend op en neer om een bamboo band op locatie te krijgen. Ondertussen wilde Andrew, de fysio van de Creative Self Help Centre, ook meerijden en die vroeg meteen een omweg te maken en ergens even te stoppen. Daarna vroeg hij Jolanda of ze even naar het vliegveld kon rijden! Jolanda zat hem echt aan te kijken van: hoe haal je in godsamme in je hoofd? We hebben haast! Ik dacht dat je ook bij dit evenement betrokken was? Ik ga toch niet naar het vliegveld rijden om een zak buai (beetlenuts) af te leveren? Hij keek haar vervolgens verbaasd aan en begreep eigenlijk haar probleem niet.
De dag was overigens geweldig. We hadden een harstikke goede opkomst en heerlijk weer. Ik heb veel moeten trekken om de provincial governor ter plaatse te krijgen, en dat is uiteindelijk gelukt. Dit was echt een hoogtepunt van de dag want als je de interesse van de governor hebt, dan heb je de aandacht van het publiek.
In ieder geval hadden we veel muziek wat veel publiek trok, veel NGO’s die zich presenteerden en veel gast sprekers. We hebben er zoveel tijd ingestoken, dat we dit uiteindelijk wel verdiend hadden en dit ’s avonds ook even goed gevierd hadden op een Latino Night in de Country Club (hoe cliche is dit wel niet...)
Wij drieeen werken veel samen met de Creative Self Help Centre (CSHC), een centrum waar gehandicapte kinderen speciaal onderwijs kregen en waar mensen voor rolstoelen, krukken en het screenen voor ogen en oren terecht kunnen. De school is ondertussen gesloten omdat alle kinderen nu naar de reguliere scholen gaan. Dit is een maatregel die 15 jaar geleden al door de overheid voorgeschreven is, maar de CSHC heeft hier nooit aan mee willen werken. Want ook in het bestuur zitten oude Australische expats die nogal conservatief zijn. Zij zijn met dit centrum begonnen en ze zien het niet graag veranderen. Charlye is door de provinciale overheid aangenomen om dit proces juist te begeleiden. Nou, dat had nogal wat voeten in de aarde. In ieder geval zijn de leraren voor het speciaal onderwijs van het centrum nu bij de verschillende scholen geplaatst om de lereraren en de gehandicapte kinderen te begeleiden in het reguliere onderwijs en dit werkt vrij goed. Echter het centrum is ook een plek waar eigenlijk niets gebeurd. De werknemers zitten ten alle tijden buiten buai te kauwen en sigaretten te roken, terwijl ze in de scholen zouden moeten zitten. De baas van het centrum is een klein manneke met appelwangetjes die nog maar net boven het stuur van de auto uitkomt. Hij weet niet hoe hij zijn personeel in gareel moet houden, en iedereen loopt letterlijk en figuurlijk over hem heen. Die man is echt te grappig voor woorden. Hij doet helemaal niks, rijdt en loopt alleen maar gewichtig rond met een mooie map die we vorig jaar in tijdens een meeting gekregen hebben. Hij duikt overal op, maar doet in feite niets. Kan best storend zijn. Het is een aardig mannetje, maar hij is niet functioneel.
Maar goed op dat Centre gebeurd dan ook alles: een paar stafleden hebben sex met dove leerlingen (wij vragen ons af waar zich dit allemaal afspeelt), een blinde rascol probeerde de fysiotherapeut met een mes aan te vallen (blind en toch durven vechten) omdat hij in de veronderstelling was dat de fysio een leraar sexueel had geintimideerd. Die vrouwelijke leraar is echter een enorm dik mens waar nog geen man een vinger naar uit zou willen steken. Zij heeft zich namelijk de taak gesteld om als “babysitter” van deze blinde rascol te fungeren. Vervolgens moest de fysio weer compensatie aan haar man, die overigens voorzitter van het bestuur van het centrum is, betalen. Vorig jaar had ik heel andere verwachtingen van dit centrum, maar nu wordt het me steeds meer duidelijk dat dit een demotiverende omgeving is waar je nog maar weinig mensen kan vertrouwen. Wij drieeen delen dan ook regelmatig onze zorgen om dit centrum en hebben dit vervolgens ook aan VSO voorgelegd aangezien het een partner organisatie van VSO is.
Uiteraard proberen we ons niet teveel te leiden door de gebeurtenissen op dit centrum en genieten we van wat er om ons heen gebeurd. En de beste plek om dat te doen, is vanaf ons balkon.
Tegenover ons huis is een goede ingang om in de zee in te gaan en te zwemmen. Vanzelfsprekend gebeurt dit wel met t-shirts en shorts aan. In de weekends is het een drukte van belang. Allemaal kinderen spelen en spartelen in het water. Uitslapen is er soms niet meer bij, want ze komen al vroeg met hun autobanden. De lokale familie die bij ons in de achtertuin woont, hebben een klein stalletje met buai, sigaretten en ice-blocks (zoet waterijs dat ze invriezen in een vriezertje dat ze van onze elektriciteit aftappen) te koop. Sinds vorig weekend hebben ze een radio bij hun kraampje staan. Hartstikke leuk zou je denken, maar ze zetten het volume op maximaal waardoor er enorm schraal geluid uitkomt. WE willen natuurlijk niet als 2 decadenten tuthola’s overkomen en laten hun maar begaan, terwijl we de rust binnen in het huis proberen op te zoeken. De dag erna waren de batterijen leeg en heb ik heel voorzichtig voorgesteld dat ze de radio in het vervolg wat zachter moeten zetten. Ach de achterburen....daar kunnen we inmiddels ook al hele verhalen over schrijven. Is voor een volgende blog.
In het begin van het jaar werden we door de nieuwe country director van VSO bij haar thuis uitgenodigd en zij deelde met ons vrijwilligers dat er maatregelen binnen VSO genomen moesten worden om de financiĆ«le situatie van VSO PNG enigszins te verbeteren. Het delen van woningen werd door VSO aangemoedigd. Aanvankelijk dacht ik: ik zit eigenlijk prima met waar ik zit. Maar in de weken daarop waren er weer een aantal incidenten op de compound gebeurd, zoals een poging tot inbraak bij de achterburen. Charlye was hier getuige van en schreeuwde naar de twee jongens die door de tuin heen slopen. Vervolgens schrokken die natuurlijk enorm en keken omhoog waar dat geroep vandaan kwam en zagen Charlye op haar balkon staan. Charlye besefte vervolgens dat dit een onzorgvuldige actie van haar was, want nu wisten die rascols gelijk dat daar een ‘waitpela’ woont en dat daar dus wat te halen valt. Dus zij probeerde de bewaker (die de huisbaas eindelijk geregeld had omdat ze na een jaar inzagen dat wij gelijk hadden met ons ‘gezeur’ over onveiligheid) te waarschuwen, maar die kon niet wakker worden. Dat is overigens een veelvoorkomend probleem in PNG. In prinicipe heb je weinig aan de ‘sigis’ (security guards) omdat ze vaak dubbele shifts moeten draaien en dus ’s nachts vaak in slaap vallen. Bovendien zijn het vaak ook dunne en kleine ventjes die hun mannetje eigenlijk niet kunnen staan. Behalve een radio en soms een knuppel hebben ze geen andere wapen in hun uitrusting. In ons geval was de bewaker dus ook in een diepe slaap en kon maar moeilijk wakker worden. En het mooie is dan ook nog dat hij beweert dat hij niet slaap, maar met z’n gedachten ergens anders was. Ik weet niet wat erger is; maar in beide gevallen deed hij z’n werk niet goed. Hij mocht dus ook niet meer terug komen van de huisbaas.
In de tijd dat wij nog in MaleisiĆ« waren, hadden een aantal rascols bij onze onderburen ingebroken. De buurjongen werd wakker en stak de inbreker met een mes in zijn arm. De rascols vluchtten vervolgens, maar kwamen een aantal dagen later terug en begonnen stenen over het hek naar hun flat te gooien. Gelukkig is het daarbij gebleven, maar met een nog een aantal andere incidenten hadden Charlye, Veronica en ik er genoeg van om daar nog langer te wonen. Bovendien hadden een aantal lokale staff members van VSO al eens toegegeven dat onze buurt inderdaad niet als veilig bekend staat. Waarom laten ze dan een aantal female volunteers daar dan nog wonen? Omdat er een gebrek aan accommodatie is, was het antwoord. Probleem voor ons is dat wij ons nooit veilig gevoeld hebben in de compound. Bij elke geluidje werd ik al wakker. Ik was altijd op m’n hoede en had het idee dat er ingebroken zou worden. En het is niet alleen het inbreken, want op dat moment mogen ze alles meenemen wat ze willen hebben, maar meer de dreiging dat ze je aangerand of nog erger verkracht wordt. Dit land staat bekend om z’n sky rocking cijfers als het om violent against women gaat en dat heb ik voortdurend in m’n achterhoofd.
Charlye en ik hadden inmiddels al besproken om eventueel een huis te delen. Allereerst omdat we praktisch al samenwonen in Kina Beach, ten tweede omdat we ons daar niet veilig voelen en ten derde omdat we een fantastisch huis op het oog hadden. Een vriendin van ons had een baan bij een NGO in Port Moresby aangenomen, en was daar inmiddels ook naartoe verhuisd. Haar huis in Madang stond inmiddels dus vrij. Vorig jaar hadden we regelmatig feestjes in haar huis omdat het een perfecte locatie is. Maar het allerbeste aan dit huis is: het balkon met overzicht over de zee. Daarnaast is het ruim, groot en koel.
We hadden dit aan VSO voorgelegd en boven onze verwachting reageerden ze positief. We moesten er zelf maar achteraan en het met de huisbazin bespreken zolang alles maar binnen het budget zou blijven. Dat is na veel onderhandelingen gelukt en een maand geleden zij wij erin getrokken. Ik heb Kina Beach volledig achter me gelaten, en Coronation Drive in m’n armen gesloten! Het is werkelijk waar heerlijk om aan het einde van de dag op het balkon te hangen, kaarsjes en kerosine lampjes aan en simpelweg te genieten van het uitzicht en de mensen die voorbij lopen. Zonsop- en ondergang zijn fantastisch en we prijzen ons elke dag maar weer met dit huis. Het is alsof we in een beach house in Santa Monica in Californie wonen, maar dan zonder de roller-skaters and fietsers. Op de zondagen komen families voorbij lopen of zitten samengepakt in busjes en pick-ups.
Bovendien heb ik besloten om mijn placement te verlengen aangezien mijn werk nu pas echt van de grond komt. De eerste nieuwe werknemer is inmiddels begonnen en de tweede komt aan het einde van de maand. Toen ik met deze placement begon, was de basis van de organisatie vrijwel verdwenen omdat de local counterpart zich in de steek gelaten voelde door de twee belangrijkste aandeelhouders van de NGO: Divine Word University en VSO. Door gebrek aan tijd kon mijn voorgangster hem niet voldoende inwerken. Hij vertrok al vrij snel nadat ik gearriveerd was (en had daarbij ook een aanzienlijk bedrag uit de kas meegenomen) en ik stond er alleen voor. Ik heb de fundering voor National DRAC weer min of meer weten te herstellen en de activiteiten langzamerhand uit kunnen breiden. Zowel de Divine Word University als VSO namen amper initiatief om National DRAC te assisteren in het zoeken naar human resources. De vraag was namelijk: wie gaat dat betalen? Divine Word had het vertrouwen in de NGO veloren nadat mijn counterpart was vertrokken en VSO investeert niet in dergelijke projecten. Uit ervaring weet ik dat donor organisaties niet investeren in salarissen omdat dit niet duurzaam is. Stel dat de funding afloopt dan is het onduidelijk wie voor het salaris zorg gaat dragen. Mijn placement eindigt eind augustus, maar in principe heeft mijn placement pas echt inhoud gekregen aan het einde van 2008 en nu op dit moment. Nu mijn nieuwe collega’s van start gaan, wil ik ze ook graag de tijd en de gelegenheid geven om de organisatie en de stakeholders goed te leren kennen, zodat ze de activiteiten eigen kunnen maken. Ik zou het namelijk heel jammer vinden als hetzelfde zou gaan gebeuren met hun voorganger die zich op den duur geen raad meer wist en z’n biezen gepakt heeft. Dit zou namelijk het einde van National DRAC betekenen en dat zou een eeuwige zonde zijn. Vooral omdat we nu echt naamsbekendheid gecreeerd hebben. Dit zou betekenen dat ik tot volgend jaar april of hopelijk mei in PNG zal blijven.
Het enige probleem dat ons huis heeft, is ratten. Ze komen uit een gat in het plafond in mijn slaapkamer. Gelukkig had ik dat allemaal niet door, want dat is mijn grootste nachtmerrie ever! Ik kreeg het vermoeden dat we knaagdieren toen ik een zak muesli op de grond bij het fornuis zag liggen. Toen ik het fornuis wegschoof, zag ik stukjes plastic liggen waar aan geknaagd was. Charlye wilde het niet geloven totdat ze een weekend alleen thuis was en de rat door kamer zag rennen. Het rende terug naar mijn slaapkamer... Ze kwamen uit een gat (dat inmiddels gedicht is) in het plafond in mijn slaapkamer. Ik bleef daar natuurlijk niet slapen en had mijn bed naar onze extra slaapkamer verhuisd.
Als ik iets uit mijn “oude” slaapkamer nodig had, liep ik op m’n tenen door de kamer en ondertussen klapte ik mijn handen en bonsde ik op de muren. Een waarschuwing voor de ratten dat ik eraan zou komen. Van PNG’ers hadden we het advies gekregen om een kartonnen bord met lijm er op te smeren en in het midden wat tonijn uit blik als aas te plaatsen. Hadden we een aantal nachten geprobeerd, maar geen succes. Tot ik op een ochtend inderdaad iets op het bord zag kleven: we hadden een rat gevangen! Charlye was intussen ook uit bed en beide hadden we geen idee wat te doen. Het beestje leefde namelijk nog. We gingen een beetje lawaai maken en we zagen z’n lichaampje bewegen. Hij probeerde van de lijm los te komen. Ik ben naar onze achterburen gelopen en heb Roland, de oudste zoon, opgehaald. Met het slaap nog uit zijn ogen wrijvend, pakte hij het bord en sjouwde ermee naar het balkon. Hij zocht een stokje en doodde de rat. Daarna probeerde hij het lichaampje van de doos af te schrapen zodat we het bord nog een keer konden gebruiken.... Roland was duidelijk niet onder de indruk van de grootte van de rat, maar wij vonden hem behoorlijk groot. Als je nagaat dat het lichaampje groter was dan mijn eigen hand, en dan nog een lange staart eraan..... Roland sjouwde ermee naar het water, en wierp het lichaampje in de zee. Daarna zagen we nog wel “rattenactiviteit” in het huis (de lokdoosjes waren allemaal leegevreten), maar ze kleefden niet meer aan het bord. Afgelopen week ben ik maar weer verhuisd naar mijn “oude” slaapkamer. Uiteraard lig ik bij elk geluidje weer wakker, maar daar zal ik maar aan moeten wennen.
Toen Charlye de rat voor het eerst zag en mij sms-te was ik een weekend in Moresby voor een meeting met de National Board of Disabled People, en dacht bovendien Jessica eens op te zoeken. Vorig jaar was zij een short term VSO volunteer in Madang en werd verliefd op een rijke Australier en is bij hem in Moresby gebleven i.p.v. terug naar Engeland te keren om daar in Oxford te studeren. Zij leeft nu de “real expat life”. Een penthouse in de heuvels van Moresby; etentjes in het enige Italiaanse restaurant van PNG; feestjes op de Royal Yachtclub. Kortom; een heel ander leven dan wij kennen. Vroeger dacht ik dat een dergelijk expat life een geweldig leven zou zijn, maar volgens mij is het allemaal niet zo rozengeur en maneschijn. Die mensen hebben hun relatie met de werkelijkheid in feite verloren. Ze leven alleen maar in hun eigen bubble, gaan om met ‘hun soort mensen’, kijken neer op de Papoeas, rijden rond in grote, dure wagens met kogelvrij glas en hebben geen benul wat er in PNG gebeurt. Geld verdienen, dat is de enige reden waarom ze in dit land zijn .
We hebben ook een aantal van dit soort lui in Madang. Verschrikkelijke mannen, want het zijn meestal mannen. Jolanda en ik zijn regelmatig in de country club omdat we squash en tennis spelen. Dit is min of meer de enige bar in Madang en daar zitten dan ook regelmatig oude expats te drinken. Zo nu en dan komen we wel eens in gesprek met ze, maar het draait altijd weer op verwijten uit. Ze verwijten ons ontwikkelingswerkers dat we hier voor een aantal jaar naar PNG komen, en vervolgens weer vertrekken en dan het gevoel hebben dat we ergens aan bijgedragen hebben. Nee, zij doen het goed. Zij wonen hier al 40 jaar en zij weten hoe dit land elkaar inzit. “Hoe lang ben je al in PNG? Denk je dat je PNG goed kent? Kom je wel eens in de villages? Nou ik wel, want ik woon hier al 40 jaar. Ik ben PNG’er, want kijk ik heb tatoeages in mijn gezicht.Ik heb alles meegemaakt en ken het land van binnenuit. Jullie niet. Jullie komen en gaan weer”. Hier moeten we ons voortdurend tegen verdedigen. We laten ze maar kletsen, want ze horen zich zelf namelijk graag praten. Maar het feit dat ze in elk gesprek het aantal jaar dat ze in PNG doorgebracht hebben moeten herhalen, is alleen maar een zwaktebod van die gasten. Dat is de enige zekerheid die ze hebben.
Twee weken geleden hebben we National Disability Day gevierd en dat was een groot succes. De maanden eraan vooraf hadden we met alle stakeholders die hierin betrokken waren, vergaderd en plannen gemaakt. Dat ging nogal moeizaam omdat ze alles graag bij ons VSO’ers wilden neerleggen. In 2007 was er klaarblijkelijk een geweldige National Disability Day georganiseerd, omdat er toen ook VSO’ers in betrokken waren. Afgelopen jaar daarentegen was het waardeloos. Dit jaar wilden we er weer een spectaculaire dag van maken en dat is uiteindelijk gelukt. Tijdens de vergaderingen waren het voornamelijk Jolanda, Charlye en ik die aan het woord waren, en dat wilde we je JUIST niet. Probleem op dat soort momenten is dat ze denken dat wij alle wijsheid in pacht hebben dus laat het die meiden maar allemaal doen. Wij probeerden de vergaderingen juist participatief te maken, en dat werkte enigszins. Maar met dit soort evenementen wordt het alleen maar weer duidelijker hoe dit land met corruptie doordrenkt is en dat het zelfs op grass root level veel voorkomt. Het zijn maar kleine dingen, maar zo frustrerend. Natuurlijk draait het altijd om geld en vriendjes politiek. T-shirts die speciaal geprint waren voor de disabled people die aan “ability sports” deelnamen, waren ondermeer verdeeld onder de wantoks van de werknemers van de Creative Self Help Centre. Versnaperingen die door de lokale supermarkten gedoneerd waren voor de “artiesten”, werden eveneens uitgedeeld aan de wantoks waardoor er bijna niets meer over was voor de kinderen van de sing sing groups. Jolanda reed de hele ochtend op en neer om een bamboo band op locatie te krijgen. Ondertussen wilde Andrew, de fysio van de Creative Self Help Centre, ook meerijden en die vroeg meteen een omweg te maken en ergens even te stoppen. Daarna vroeg hij Jolanda of ze even naar het vliegveld kon rijden! Jolanda zat hem echt aan te kijken van: hoe haal je in godsamme in je hoofd? We hebben haast! Ik dacht dat je ook bij dit evenement betrokken was? Ik ga toch niet naar het vliegveld rijden om een zak buai (beetlenuts) af te leveren? Hij keek haar vervolgens verbaasd aan en begreep eigenlijk haar probleem niet.
De dag was overigens geweldig. We hadden een harstikke goede opkomst en heerlijk weer. Ik heb veel moeten trekken om de provincial governor ter plaatse te krijgen, en dat is uiteindelijk gelukt. Dit was echt een hoogtepunt van de dag want als je de interesse van de governor hebt, dan heb je de aandacht van het publiek.
In ieder geval hadden we veel muziek wat veel publiek trok, veel NGO’s die zich presenteerden en veel gast sprekers. We hebben er zoveel tijd ingestoken, dat we dit uiteindelijk wel verdiend hadden en dit ’s avonds ook even goed gevierd hadden op een Latino Night in de Country Club (hoe cliche is dit wel niet...)
Wij drieeen werken veel samen met de Creative Self Help Centre (CSHC), een centrum waar gehandicapte kinderen speciaal onderwijs kregen en waar mensen voor rolstoelen, krukken en het screenen voor ogen en oren terecht kunnen. De school is ondertussen gesloten omdat alle kinderen nu naar de reguliere scholen gaan. Dit is een maatregel die 15 jaar geleden al door de overheid voorgeschreven is, maar de CSHC heeft hier nooit aan mee willen werken. Want ook in het bestuur zitten oude Australische expats die nogal conservatief zijn. Zij zijn met dit centrum begonnen en ze zien het niet graag veranderen. Charlye is door de provinciale overheid aangenomen om dit proces juist te begeleiden. Nou, dat had nogal wat voeten in de aarde. In ieder geval zijn de leraren voor het speciaal onderwijs van het centrum nu bij de verschillende scholen geplaatst om de lereraren en de gehandicapte kinderen te begeleiden in het reguliere onderwijs en dit werkt vrij goed. Echter het centrum is ook een plek waar eigenlijk niets gebeurd. De werknemers zitten ten alle tijden buiten buai te kauwen en sigaretten te roken, terwijl ze in de scholen zouden moeten zitten. De baas van het centrum is een klein manneke met appelwangetjes die nog maar net boven het stuur van de auto uitkomt. Hij weet niet hoe hij zijn personeel in gareel moet houden, en iedereen loopt letterlijk en figuurlijk over hem heen. Die man is echt te grappig voor woorden. Hij doet helemaal niks, rijdt en loopt alleen maar gewichtig rond met een mooie map die we vorig jaar in tijdens een meeting gekregen hebben. Hij duikt overal op, maar doet in feite niets. Kan best storend zijn. Het is een aardig mannetje, maar hij is niet functioneel.
Maar goed op dat Centre gebeurd dan ook alles: een paar stafleden hebben sex met dove leerlingen (wij vragen ons af waar zich dit allemaal afspeelt), een blinde rascol probeerde de fysiotherapeut met een mes aan te vallen (blind en toch durven vechten) omdat hij in de veronderstelling was dat de fysio een leraar sexueel had geintimideerd. Die vrouwelijke leraar is echter een enorm dik mens waar nog geen man een vinger naar uit zou willen steken. Zij heeft zich namelijk de taak gesteld om als “babysitter” van deze blinde rascol te fungeren. Vervolgens moest de fysio weer compensatie aan haar man, die overigens voorzitter van het bestuur van het centrum is, betalen. Vorig jaar had ik heel andere verwachtingen van dit centrum, maar nu wordt het me steeds meer duidelijk dat dit een demotiverende omgeving is waar je nog maar weinig mensen kan vertrouwen. Wij drieeen delen dan ook regelmatig onze zorgen om dit centrum en hebben dit vervolgens ook aan VSO voorgelegd aangezien het een partner organisatie van VSO is.
Uiteraard proberen we ons niet teveel te leiden door de gebeurtenissen op dit centrum en genieten we van wat er om ons heen gebeurd. En de beste plek om dat te doen, is vanaf ons balkon.
Tegenover ons huis is een goede ingang om in de zee in te gaan en te zwemmen. Vanzelfsprekend gebeurt dit wel met t-shirts en shorts aan. In de weekends is het een drukte van belang. Allemaal kinderen spelen en spartelen in het water. Uitslapen is er soms niet meer bij, want ze komen al vroeg met hun autobanden. De lokale familie die bij ons in de achtertuin woont, hebben een klein stalletje met buai, sigaretten en ice-blocks (zoet waterijs dat ze invriezen in een vriezertje dat ze van onze elektriciteit aftappen) te koop. Sinds vorig weekend hebben ze een radio bij hun kraampje staan. Hartstikke leuk zou je denken, maar ze zetten het volume op maximaal waardoor er enorm schraal geluid uitkomt. WE willen natuurlijk niet als 2 decadenten tuthola’s overkomen en laten hun maar begaan, terwijl we de rust binnen in het huis proberen op te zoeken. De dag erna waren de batterijen leeg en heb ik heel voorzichtig voorgesteld dat ze de radio in het vervolg wat zachter moeten zetten. Ach de achterburen....daar kunnen we inmiddels ook al hele verhalen over schrijven. Is voor een volgende blog.