Het is echt niet mijn bedoeling om elke keer zulke lange verhalen te plaatsen, maar m’n laatste keer online is alweer bijna vier weken geleden. En er valt zoveel te vertellen!!
Drie weken geleden zijn we officieel begonnen met onze In-country Orientation. Dit houdt in dat we twee weken lang een introductie kregen over o.a. cultuur, politiek, de taal, gezondheidszorg en de veiligheid van PNG. Maar ook in welke programma’s VSO actief is en waarom juíst in deze. In PNG is VSO voornamelijk actief in disability, education en participation and governance. Maar aangezien het cijfer van Hiv/Aids geinfecteerden de laatste jaren schrikbarend toegenomen is, is VSO enige jaren ook bezig met een project gericht op voorlichting over Hiv/Aids. De overheid is zich eigenlijk niet echt bewust van het probleem in het land en heeft dus ook niet de juiste cijfers van de hoeveelheid geïnfecteerden.
Een ander onderdeel van onze training zijn de lessen in Tok Pisin. In PNG wordt hoofdzakelijk Tok Pisin gesproken en dat is nogal een eigenaardig taaltje! Het is eigenlijk een heel grappige en vertederende taal, want objecten en gevoelens worden heel beschrijvend weergeven. Bovendien lijkt het fonetisch ontzettend veel op Engels. “I like” wordt “Mi laikim”. “Don’t worry, it’s no big deal” wordt “Noken wari, liklik samting”. Oké, dit lijkt dan nog makkelijk, maar wacht maar tot je moet zeggen dat je broer Jaap in Amsterdam woont! Dat wordt zoiets als “Bigpela brata belong mi nem belong em Jaap, em belong Amsterdam! Veel “pela’s” achter een (bijvoegelijk naam)woord en veel “long en bilong”. Eten is “kaikai”, en dat wordt zowel als zelfstandig naamwoord als werkwoord gebruikt. Dat is eigenlijk best makkelijk. Maar je kunt je voorstellen dat onze taallessen tot vrij hilarische momenten leidden! De twee “tisa” (leraren) Willy en Augustine zijn zelf afkomstig uit een dorp ver buiten Madang waar uiteraard alleen maar Tok Pisin gesproken wordt.
Gedurende een weekend zijn we voor twee nachten naar het dorp, genaamd Rempi, van Willy en Augstine geweest. Dit was allemaal in het kader van onze Tok Pisin lessen en uiteraard onderdeel van onze in-country training. Onze groep bestond uit drie Engelsen: Pam en Bob van begin zestig, Rachel van mijn leeftijd, en vier Filipino’s: Bobet, Raphael, Benhur en Veronica. En ik dus als enige Nederlander.
Het was echt een leuke groep en we konden het gelukkig allemaal goed met elkaar vinden. De Filipino’s zijn allemaal iets van twee turven hoog, maar ze zijn ontzettend grappig. Ik voel me een ontzettende reus tussen die ukkepukjes, maar dat gevoel krijg ik sowieso al hier.
Voordat we naar Rempi afreisden, kregen we al enige info over wat we konden verwachten. Het kwam erop neer dat je in feite niks moest verwachten! Geen electriciteit, geen waterleiding, geen bedden; eigenlijk vrij weinig.
Ik heb snel nog maar even een slaapmatje gekocht, want twee nachten op de vloer vond ik net iets te gortig. Niet dat je veel comfortabeler op zo’n matje ligt, maar het is wel handig om je muskietennet ergens onder te proppen.
Uiteindelijk kwamen we tegen een uur of vier in het dorp aan. Denk aan vier bamboehuizen op palen met een stoffig pleintje in het midden en dat is ongeveer het beeld van het dorpje waar we in verbleven.
Het hoofd van de familie was Herman. Hij ontving ons hartelijk met een rode door “buai” resten gekleurde mond en stelde ons voor aan z’n vrouw Elly en aan z’n dochters Julie, Melissa en zoon Bertol. (Vrijwel iedereen in PNG kauwt “betel nut” (in Tok Pisin “buai”). Het is een stimulerend middel en een manier om de dag door te komen. Ik weet niet precies waar ik de noot mee kan vergelijken, want ik heb ze zelf nooit eerder gezien. Alleen op het binnenste gedeelte van de noot wordt gekauwd, maar het goedje wordt pas rood zodra er mosterdzaad en kalk aan toegevoegd wordt. Ik heb geen flauw benul hoe iemand ooit op deze combinatie gekomen is, maar de mensen worden er niet bepaald aantrekkelijker op! De tanden worden rood en dit is bijna niet meer weg te poetsen. Op straat zie je dan ook overal rode kwakjes liggen: het sap wat vrijkomt door erop te kauwen, wordt op straat uitgespuugd!)
Drie weken geleden zijn we officieel begonnen met onze In-country Orientation. Dit houdt in dat we twee weken lang een introductie kregen over o.a. cultuur, politiek, de taal, gezondheidszorg en de veiligheid van PNG. Maar ook in welke programma’s VSO actief is en waarom juíst in deze. In PNG is VSO voornamelijk actief in disability, education en participation and governance. Maar aangezien het cijfer van Hiv/Aids geinfecteerden de laatste jaren schrikbarend toegenomen is, is VSO enige jaren ook bezig met een project gericht op voorlichting over Hiv/Aids. De overheid is zich eigenlijk niet echt bewust van het probleem in het land en heeft dus ook niet de juiste cijfers van de hoeveelheid geïnfecteerden.
Een ander onderdeel van onze training zijn de lessen in Tok Pisin. In PNG wordt hoofdzakelijk Tok Pisin gesproken en dat is nogal een eigenaardig taaltje! Het is eigenlijk een heel grappige en vertederende taal, want objecten en gevoelens worden heel beschrijvend weergeven. Bovendien lijkt het fonetisch ontzettend veel op Engels. “I like” wordt “Mi laikim”. “Don’t worry, it’s no big deal” wordt “Noken wari, liklik samting”. Oké, dit lijkt dan nog makkelijk, maar wacht maar tot je moet zeggen dat je broer Jaap in Amsterdam woont! Dat wordt zoiets als “Bigpela brata belong mi nem belong em Jaap, em belong Amsterdam! Veel “pela’s” achter een (bijvoegelijk naam)woord en veel “long en bilong”. Eten is “kaikai”, en dat wordt zowel als zelfstandig naamwoord als werkwoord gebruikt. Dat is eigenlijk best makkelijk. Maar je kunt je voorstellen dat onze taallessen tot vrij hilarische momenten leidden! De twee “tisa” (leraren) Willy en Augustine zijn zelf afkomstig uit een dorp ver buiten Madang waar uiteraard alleen maar Tok Pisin gesproken wordt.
Gedurende een weekend zijn we voor twee nachten naar het dorp, genaamd Rempi, van Willy en Augstine geweest. Dit was allemaal in het kader van onze Tok Pisin lessen en uiteraard onderdeel van onze in-country training. Onze groep bestond uit drie Engelsen: Pam en Bob van begin zestig, Rachel van mijn leeftijd, en vier Filipino’s: Bobet, Raphael, Benhur en Veronica. En ik dus als enige Nederlander.
Het was echt een leuke groep en we konden het gelukkig allemaal goed met elkaar vinden. De Filipino’s zijn allemaal iets van twee turven hoog, maar ze zijn ontzettend grappig. Ik voel me een ontzettende reus tussen die ukkepukjes, maar dat gevoel krijg ik sowieso al hier.
Voordat we naar Rempi afreisden, kregen we al enige info over wat we konden verwachten. Het kwam erop neer dat je in feite niks moest verwachten! Geen electriciteit, geen waterleiding, geen bedden; eigenlijk vrij weinig.
Ik heb snel nog maar even een slaapmatje gekocht, want twee nachten op de vloer vond ik net iets te gortig. Niet dat je veel comfortabeler op zo’n matje ligt, maar het is wel handig om je muskietennet ergens onder te proppen.
Uiteindelijk kwamen we tegen een uur of vier in het dorp aan. Denk aan vier bamboehuizen op palen met een stoffig pleintje in het midden en dat is ongeveer het beeld van het dorpje waar we in verbleven.
Het hoofd van de familie was Herman. Hij ontving ons hartelijk met een rode door “buai” resten gekleurde mond en stelde ons voor aan z’n vrouw Elly en aan z’n dochters Julie, Melissa en zoon Bertol. (Vrijwel iedereen in PNG kauwt “betel nut” (in Tok Pisin “buai”). Het is een stimulerend middel en een manier om de dag door te komen. Ik weet niet precies waar ik de noot mee kan vergelijken, want ik heb ze zelf nooit eerder gezien. Alleen op het binnenste gedeelte van de noot wordt gekauwd, maar het goedje wordt pas rood zodra er mosterdzaad en kalk aan toegevoegd wordt. Ik heb geen flauw benul hoe iemand ooit op deze combinatie gekomen is, maar de mensen worden er niet bepaald aantrekkelijker op! De tanden worden rood en dit is bijna niet meer weg te poetsen. Op straat zie je dan ook overal rode kwakjes liggen: het sap wat vrijkomt door erop te kauwen, wordt op straat uitgespuugd!)
De familierelaties in PNG zijn nogal complex (ik denk dat mijn collega antropologen zich dit nog wel herinneren uit ons eerste jaar antropologie!) en niet altijd duidelijk voor een buitenstaander. De samenleving is overwegend patrilineair. Dat houdt in dat alles via de mannelijke lijn doorgegeven wordt. Zodra een meisje met een jongen trouwt, wordt zij lid van die familie en laat ze haar eigen familie achter. Haar eigen familie heeft daarvoor een bruidschat betaald gekregen. In praktijk komt dat eigenlijk neer op “het kopen”van een vrouw waardoor zij eigendom wordt van de familie van de man en waar dus ook alles mee gedaan mag worden. En dan doel ik voornamelijk op huiselijk geweld. Dat komt dan ook extreem veel voor in PNG en dit is een groot probleem. Ook wel “wife battering” genoemd. Je mag er wel vanuit gaan dat alle vrouwen worden geslagen. En niet alleen door de echtgenoot, maar ook door zijn broers en zijn vader. Zij is tenslotte eigendom geworden van zijn clan. Wettelijk gezien is huiselijk geweld verboden en strafbaar, maar in de praktijk bemoeit de politie zich er niet mee. Dat is een privé kwestie dat binnen de huiselijke sferen “uitgevochten”moet worden.
Maar om weer terug te komen op Herman en zijn familie, hij begon ons voor te stellen aan andere familieleden die als zus of broer of dochter of zoon werden genoemd. Dit waren dus de kinderen van zijn broers en zussen en daar weer de kinderen van. Heel ingewikkeld allemaal!
Pam, Bob, Rachel, Veronica en ik sliepen in een kleine ruimte achter de piepkleine winkel van Herman en de Filippijnse jongens sliepen in een huis naast ons. De familie van Herman sliep eveneens in dezelfde ruimte als waar wij sliepen, maar dit werd door wat schotjes afgeschermd.
Net nadat wij ons geïnstalleerd hadden, en ik m’n muskietennet al goed onder m’n matrasje gestopt had om vervelende verrassingen in de nacht die komen zou te voorkomen, werd er een varken naar de zee gebracht. Varkens zijn zeer belangrijk in de PNG cultuur. Hoe meer varkens een familie heeft, en hoe groter en vetter deze zijn, hoe meer aanzien je krijgt. Varkens worden meestal voor speciale gelegenheden en festivals geslacht. Het beest hing met z’n vier poten aan elkaar gebonden aan een stok en werd naar het strand gebracht. Volgens mij was het dier al buiten westen toen ze daar aankwamen, want het mes werd al snel in de keel gezet, zonder dat het beest begon te krijsen. Daarna werd een vuur gemaakt waar het karkas in gehangen werd. Geheel zwart geblakerd werd het lichaam uit de palmbladen gehaald en in het water gelegd om de haren van de huid te schrobben. Het begon al donker te worden en de vrouwen vonden het tijd worden dat ik terug moest keren naar het dorp.
De andere vrouwen hadden het eten klaargemaakt en we konden gelijk aanschuiven. Aangezien er geen verlichting was, op een enkele kerosine lantaarn na, gingen we tegen negen uur al naar bed. Nou ja, naar matrasje onder een muskietennet! Ik moest eigenlijk nog even naar het toilet, maar zag daar enorm tegen op. Het huisje (liklik haus) met een gat in de grond staat aan de rand van het dorpje en krijgt ’s nachts veel bezoekers. En dan bedoel ik niet alleen mensen….. Ik besloot om hoe dan ook maar te gaan, want met een volle blaas onder m’n muskietennet kruipen, leek me ook geen optie.
Zodra ik de deur opende en m’n zaklamp op de wc scheen, schoten de kakkerlakken alle kanten op. Ik dacht alleen maar: ogen dicht en doe je ding!
M’n Filippijnse kamergenote zag de bui al hangen toen ik terug kwam en besloot om ergens de bosjes in te duiken.
Het slapen ging die nacht ook niet echt fantastisch, want ik lag alleen maar te hopen dat ik niet naar de wc moest.
Zaterdagochtend was het ontbijt al klaar gemaakt door de vrouwen van het dorp. Gedurende het weekend kwamen we erachter dat de vrouwen keihard werken. De mannen lijken alleen maar “buai” te kauwen. Dit werd door Willy en Augustine even recht gezet door te vertellen dat de mannen ook heus wel wat doen. Zij gaan ’s nachts vissen. Maar overdag lagen ze weer uit te rusten van deze nachtelijke inspanning. De vrouwen daarentegen staan al voor dag en dauw op, beginnen hout te sprokkelen en de eerste maaltijd te bereiden. Tijdens een wandeling in de omgeving en door de tuinen werd ons ook duidelijk dat de vrouwen al het werk in de tuin doen. Zij doen de beplanting en het onderhoud, en de mannen doen de oogst. Tussendoor moeten de vrouwen terug naar het dorp komen om de middag- en avondmaaltijd te bereiden. Bovendien moet er ergens ook nog eens keer gewassen worden. Ik heb ontzettend veel respect voor de PNG vrouwen gekregen, want zij doen in feite alles en ondertussen worden ze ook nog eens een keer door hun man geslagen. En daar komt ook nog eens bij dat de vrouwen als allerlaatste mogen eten! Zij krijgen de left-overs van de maaltijd die zij bereid hebben.
Ik weet dat ik hier niet over mag oordelen, en dat dit hun cultuur is. Zo is het altijd geweest. Het huiselijk geweld is met de komst van de white man eigenlijk alleen maar toegenomen. Voor die tijd wisten zowel de man als de vrouw hun plaats in hun samenleving, en wisten ze waar hun grenzen lagen. Toen werkte het systeem. Met de komst van de kolonisator en de introductie van alcohol is dit systeem in de war geraakt. Nu nog steeds is de samenleving van PNG bezig met het incorporeren van westerse invloeden in hun eigen cultuur. De nieuwe invloeden moeten een plek krijgen en daar gaat een tijd overheen. Wij hebben daar honderden jaren over gedaan, terwijl de PNG’ers worden geacht dit in honderd jaar te doen. Nogal logisch dat dit met problemen gepaard gaat.
Onze In-country training werd op vrijdagavond afgesloten met een barbecue op het VSO kantoor. Alle VSO’ers die in Madang geplaatst zijn, worden op dergelijke gelegenheden ook uitgenodigd omdat het altijd nuttig en leuk is om de andere vrijwilligers te ontmoeten.
We hadden alleen de zaterdag om een beetje bij te komen en om wat inkopen voor onze woningen te doen. Ik heb het geluk dat ik in Madang geplaatst ben want hier is nog het meeste te krijgen in de winkels. Bovendien hoef ik niet alles mee te slepen naar de andere kant van het land. Het scheelt dan weer dat je niet alles in de bus mee hoeft te nemen, want vrouwelijke vrijwilligers mogen niet met de bus naar de hooglanden. In het verleden zijn een aantal incidenten geweest waar vrouwelijke vrijwilligers bij betrokken waren en sindsdien heeft VSO het ons eigenlijk verboden. Daar baal ik best wel van want de weg van Madang naar de hooglanden schijnt fantastisch te zijn. Gelukkig ben ik niet de enige en zijn er meerdere dames hier in Madang die die kant op willen, dus waarschijnlijk gaat er wel iets geregeld worden.
Ik zal jullie sparen door het hier even bij laten en het vervolg van mijn verhaal in een ander bericht te plaatsen. Jullie willen vast weten in wat voor krot ik door VSO geplaatst ben en wat ik zoal in m’n vrije tijd gedaan heb. Komt eraan!
Maar om weer terug te komen op Herman en zijn familie, hij begon ons voor te stellen aan andere familieleden die als zus of broer of dochter of zoon werden genoemd. Dit waren dus de kinderen van zijn broers en zussen en daar weer de kinderen van. Heel ingewikkeld allemaal!
Pam, Bob, Rachel, Veronica en ik sliepen in een kleine ruimte achter de piepkleine winkel van Herman en de Filippijnse jongens sliepen in een huis naast ons. De familie van Herman sliep eveneens in dezelfde ruimte als waar wij sliepen, maar dit werd door wat schotjes afgeschermd.
Net nadat wij ons geïnstalleerd hadden, en ik m’n muskietennet al goed onder m’n matrasje gestopt had om vervelende verrassingen in de nacht die komen zou te voorkomen, werd er een varken naar de zee gebracht. Varkens zijn zeer belangrijk in de PNG cultuur. Hoe meer varkens een familie heeft, en hoe groter en vetter deze zijn, hoe meer aanzien je krijgt. Varkens worden meestal voor speciale gelegenheden en festivals geslacht. Het beest hing met z’n vier poten aan elkaar gebonden aan een stok en werd naar het strand gebracht. Volgens mij was het dier al buiten westen toen ze daar aankwamen, want het mes werd al snel in de keel gezet, zonder dat het beest begon te krijsen. Daarna werd een vuur gemaakt waar het karkas in gehangen werd. Geheel zwart geblakerd werd het lichaam uit de palmbladen gehaald en in het water gelegd om de haren van de huid te schrobben. Het begon al donker te worden en de vrouwen vonden het tijd worden dat ik terug moest keren naar het dorp.
De andere vrouwen hadden het eten klaargemaakt en we konden gelijk aanschuiven. Aangezien er geen verlichting was, op een enkele kerosine lantaarn na, gingen we tegen negen uur al naar bed. Nou ja, naar matrasje onder een muskietennet! Ik moest eigenlijk nog even naar het toilet, maar zag daar enorm tegen op. Het huisje (liklik haus) met een gat in de grond staat aan de rand van het dorpje en krijgt ’s nachts veel bezoekers. En dan bedoel ik niet alleen mensen….. Ik besloot om hoe dan ook maar te gaan, want met een volle blaas onder m’n muskietennet kruipen, leek me ook geen optie.
Zodra ik de deur opende en m’n zaklamp op de wc scheen, schoten de kakkerlakken alle kanten op. Ik dacht alleen maar: ogen dicht en doe je ding!
M’n Filippijnse kamergenote zag de bui al hangen toen ik terug kwam en besloot om ergens de bosjes in te duiken.
Het slapen ging die nacht ook niet echt fantastisch, want ik lag alleen maar te hopen dat ik niet naar de wc moest.
Zaterdagochtend was het ontbijt al klaar gemaakt door de vrouwen van het dorp. Gedurende het weekend kwamen we erachter dat de vrouwen keihard werken. De mannen lijken alleen maar “buai” te kauwen. Dit werd door Willy en Augustine even recht gezet door te vertellen dat de mannen ook heus wel wat doen. Zij gaan ’s nachts vissen. Maar overdag lagen ze weer uit te rusten van deze nachtelijke inspanning. De vrouwen daarentegen staan al voor dag en dauw op, beginnen hout te sprokkelen en de eerste maaltijd te bereiden. Tijdens een wandeling in de omgeving en door de tuinen werd ons ook duidelijk dat de vrouwen al het werk in de tuin doen. Zij doen de beplanting en het onderhoud, en de mannen doen de oogst. Tussendoor moeten de vrouwen terug naar het dorp komen om de middag- en avondmaaltijd te bereiden. Bovendien moet er ergens ook nog eens keer gewassen worden. Ik heb ontzettend veel respect voor de PNG vrouwen gekregen, want zij doen in feite alles en ondertussen worden ze ook nog eens een keer door hun man geslagen. En daar komt ook nog eens bij dat de vrouwen als allerlaatste mogen eten! Zij krijgen de left-overs van de maaltijd die zij bereid hebben.
Ik weet dat ik hier niet over mag oordelen, en dat dit hun cultuur is. Zo is het altijd geweest. Het huiselijk geweld is met de komst van de white man eigenlijk alleen maar toegenomen. Voor die tijd wisten zowel de man als de vrouw hun plaats in hun samenleving, en wisten ze waar hun grenzen lagen. Toen werkte het systeem. Met de komst van de kolonisator en de introductie van alcohol is dit systeem in de war geraakt. Nu nog steeds is de samenleving van PNG bezig met het incorporeren van westerse invloeden in hun eigen cultuur. De nieuwe invloeden moeten een plek krijgen en daar gaat een tijd overheen. Wij hebben daar honderden jaren over gedaan, terwijl de PNG’ers worden geacht dit in honderd jaar te doen. Nogal logisch dat dit met problemen gepaard gaat.
Onze In-country training werd op vrijdagavond afgesloten met een barbecue op het VSO kantoor. Alle VSO’ers die in Madang geplaatst zijn, worden op dergelijke gelegenheden ook uitgenodigd omdat het altijd nuttig en leuk is om de andere vrijwilligers te ontmoeten.
We hadden alleen de zaterdag om een beetje bij te komen en om wat inkopen voor onze woningen te doen. Ik heb het geluk dat ik in Madang geplaatst ben want hier is nog het meeste te krijgen in de winkels. Bovendien hoef ik niet alles mee te slepen naar de andere kant van het land. Het scheelt dan weer dat je niet alles in de bus mee hoeft te nemen, want vrouwelijke vrijwilligers mogen niet met de bus naar de hooglanden. In het verleden zijn een aantal incidenten geweest waar vrouwelijke vrijwilligers bij betrokken waren en sindsdien heeft VSO het ons eigenlijk verboden. Daar baal ik best wel van want de weg van Madang naar de hooglanden schijnt fantastisch te zijn. Gelukkig ben ik niet de enige en zijn er meerdere dames hier in Madang die die kant op willen, dus waarschijnlijk gaat er wel iets geregeld worden.
Ik zal jullie sparen door het hier even bij laten en het vervolg van mijn verhaal in een ander bericht te plaatsen. Jullie willen vast weten in wat voor krot ik door VSO geplaatst ben en wat ik zoal in m’n vrije tijd gedaan heb. Komt eraan!